Leiderschap bij weerstand – van weerstand naar veranderbereidheid

Onze collega Josette Lieste heeft dit artikel geschreven voor de afronding van haar Post HBO Coachend Leidinggeven, welke ze afgelopen jaar heeft gevolgd bij Inzicht. Hierin neemt ze de lezer mee door diverse theorieën rondom weerstand, hoe hiermee om te gaan en welk type leiderschap hier het beste op aansluit.

Als consultant kom ik in verschillende omgevingen, bij mijn eigen werkgever en mijn opdrachtgevers in zowel de publieke als de profit sector. De organisatie waarvoor ik werk, werkt procesgericht waarbij we sturen op processen en er geen hiërarchische aansturing is. Daarnaast kom ik als consultant vaak in omgevingen waarin ik vanuit mijn rol niet in de hiërarchische lijn zit, maar wel veel baat heb bij het beïnvloeden of sturen van mensen binnen mijn opdracht. Wanneer ik als projectleider een team aanstuur om het projectplan uit te voeren, of wanneer ik als procesmanager een andere manier van werken implementeer (namelijk procesgericht) voor de medewerkers. Deze beïnvloeding komt vaak aan bod wanneer sprake is van weerstand bij organisatieverandering. Competenties zijn belangrijk om aan te sturen wanneer er sprake is van weerstand. Denk hierbij aan helder communiceren over veranderingen binnen een organisatie. Of het coachen van medewerkers in de (nieuwe) rol die zij uitvoeren. Maar ook luisteren op verschillende niveaus en de lagen onder de woorden (h)erkennen. 

In mijn rol als procesmanager bij mijn werkgever loop ik ook tegen uitdagingen aan rondom het aansturen van medewerkers in processen. Daarnaast ervaar ik in mijn rol als consultant bij opdrachtgevers dat de competenties voor het aansturen of beïnvloeden van mensen belangrijk zijn. Ik kan een bepaalde rol aangewezen krijgen, of een methode toepassen, maar alleen deze aspecten zorgen er nog niet voor dat ik mijn doelen kan bereiken. Vooral wanneer mensen in de weerstand gaan, spelen competenties een belangrijke rol bij beïnvloeding. Het aansturen wordt in- en extern van mij verwacht, maar de hiërarchische positie hiervoor ontbreekt waardoor het aankomt op mijn competenties. Daarnaast zijn competenties ook voor een hiërarchisch leidinggevende van belang om te kunnen sturen. Deze heeft echter in mijn ervaring (vaak) een voordeel door de hiërarchische positie en kan deze, naast competenties, ook gebruiken in de sturing. In de gesprekken die ik voer met collega’s gaat het vaak óf over het toepassen van een methode in deze situatie, of het toepassen van een bepaald model zoals MBTI. Tijdens de learning track ‘Effectief en Bewust Leiderschap’ bij Inzicht werd ik steeds nieuwsgieriger hoe ik deze onderwerpen kan combineren. Namelijk het inzetten van effectieve leiderschapsstijlen in een omgeving of situatie waar sprake is van weerstand. 

Om een model daadwerkelijk te laten slagen is meer nodig dan puur het volgen daarvan. Vandaar dat door middel van dit literatuuronderzoek wordt onderzocht welke leiderschapsstijlen het meest succesvol zijn om te sturen wanneer medewerkers weerstand hebben bij een organisatieverandering. 

Onderzoeksmethode

Literatuuronderzoek is een onderzoek vorm waarbij het doel is om verschillende en reeds gepubliceerde literatuur te verzamelen en deze kritisch te bespreken. Een literatuuronderzoek kan gebruikt worden als start om een theoretisch kader te schetsen, of ter voorbereiding op een ander type onderzoek. In dit geval wordt literatuur onderzoek gebruikt om bestaande informatie te verzamelen en te analyseren die betrekking hebben op de onderzoeksvraag. Gezien de duur van het traject en de lengte van het uiteindelijke artikel kan er hooguit op hoofdlijnen een kritische uiteenzetting gemaakt worden over de bestaande informatie met betrekking op de onderzoeksvraag. Om deze daadwerkelijk te beantwoorden en causale verbanden aan te tonen zal verder onderzoek gedaan moeten worden.  

Resultaten

Wat is weerstand?

Weerstand is in mijn werk een veelgebruikte term met name met betrekking tot organisatieverandering, het onderzoek focust zich dan ook op deze context. Hiatt en Creasey (2012) stellen in hun boek dat verandering voor angst zorgt. Om in de veilige en bekende situatie te blijven, probeert men veranderingen tegen te gaan. Verschillende definities van weerstand komen in onderzoeken naar voren. Weerstand kan beschreven worden als ‘het gedrag dat probeert om de huidige situatie te behouden (Del Val en Fuentes, 2003). Dit komt ook naar voren bij de definiëring van de onderzoekers Zaltman en Duncan (1977) die stellen dat weerstand ‘iedere actie is die zich richt op behoud van de oude situatie, ondanks druk van anderen om deze situatie te veranderen’ (Metselaar et al. 2011). Een veelvoorkomend citaat komt van de onderzoeker Ajzen (1991). Hij beschrijft weerstand in zijn artikel als ‘een negatieve gedragsintentie van een medewerker ten aanzien van de invoering van veranderingen in de structuur, cultuur of werkwijze van een organisatie of afdeling, resulterend in een inspanning van de kant van de medewerker om het veranderproces te vertragen.’ Dit is slechts een greep uit de vele definiëringen in de literatuur. Weerstand wordt hier voornamelijk negatief gezien met een focus op behoud van de huidige situatie, waardoor het veranderproces vertraagt. Een andere manier om naar weerstand te kijken is vanuit een positieve blik, namelijk dat weerstand een bron van informatie is om succesvoller te kunnen veranderen (Metselaar et al, 2011; Vroemen, 2017). Weerstand kan zaken aan het licht stellen die nog niet voldoende in overweging zijn genomen met betrekking tot de verandering (Del Val en Fuentes, 2003), zoals kwetsbaarheden of ondoordachte zaken. 

In dit onderzoek wordt verondersteld dat we van weerstand (met negatieve gedragsintenties) naar veranderbereidheid gaan. Voor de definitie van veranderbereidheid gebruik ik de definitie van Metselaar et al (2011) welke is gebaseerd op de definitie van weerstand van Ajzen (1991). De definitie voor veranderbereidheid betreft de volgende: “een positieve gedragsintentie van een medewerker ten aanzien van de invoering van veranderingen in de structuur, cultuur of werkwijze van een organisatie of afdeling, resulterend in een inspanning van de kant van de medewerker om het veranderplan actief of passief te ondersteunen” (Metselaar et al, 2011). Weerstand werd voorheen veelal beschreven als irrationeel gedrag van de mens. Gesteld werd dat dit zou betekenen dat we er niks of weinig aan kunnen veranderen (Metselaar et al, 2011). Volgens de moderne theorieën kunnen we weerstand wel degelijk beïnvloeden, kijk maar naar de modellen van onder andere Kotter (2012) of het ADKAR model beschreven door Hiatt (2006). Deze stellen beide dat door het doorlopen van een aantal fasen met acties en interventies weerstand beïnvloed kan worden en individuen van weerstand naar veranderbereidheid gaan. Daarnaast heb ik bij de training van Inzicht ervaren dat het bewust worden van je onbewuste blauwdruk gedrag een basis legt voor het veranderen van je eigen gedrag.  In dit artikel volg ik de moderne opvatting dat weerstand te beïnvloeden is. Daarnaast denk ik dat het positieve en negatieve beeld naast elkaar kan bestaan. 

Hoe uit weerstand zich bij een individu?

Dit artikel focust op het gedrag dat medewerkers uiten op het moment dat zij weerstand ervaren bij een organisatieverandering. In mijn onderzoek gebruik ik de beschrijving van Ajzen (1991) voor weerstand. Ik focus mij op de negatieve gedragsintentie, welke voornamelijk zorgt voor vertraging (Del Val en Fuentes, 2003). Daarnaast veronderstel ik dat het weerstand is ten aanzien van de invoering van veranderingen binnen een organisatorische context. Hierbij wil ik de kanttekening maken dat weerstand niet per definitie het veranderproces vertraagt. Uitgaande van de positieve blik op weerstand kan de reden achter de negatieve gedragsintenties ook zijn dat medewerkers betrokken zijn en input willen leveren op de verandering en de uitvoering. 

Weerstand is een complex begrip. Naast dat het tot uiting komt in gedrag, zijn er ook oorzaken en gevolgen op meerdere gebieden (Metselaar et al. 2011). Er zijn verschillende lagen waarop weerstand voorkomt zoals weergegeven in het model van Bateson (zie figuur 1). Weerstand kan voortkomen uit het gebrek aan vaardigheden of kennis, of omdat overtuigingen en waarden niet stroken met de verandering. Gedrag is zichtbaar en daar kunnen interventies op ingezet worden. Omdat het onderzoek zich richt op leiderschapsstijlen, focus ik mijn onderzoek dan ook op de interventie die ingezet kan worden door de leider. 

Figuur 1 – de logische niveaus van veranderen (Bateson)

O’Connor (1993) beschrijft in haar artikel de weerstandsmatrix, wat inzicht geeft op het gedrag dat voortkomt uit weerstand. Hierna kan de strategie bepaald worden om ermee om te gaan. De twee assen beschrijft het gedrag van mensen bij weerstand. De eerste as gaat over de mate van openheid die men vertoont bij weerstand, zoals het openlijk geven van redenen voor weerstand. De tweede as gaat over de mate van bewustzijn dat iemand weerstand ervaart en in hoeverre iemand die bewust uit in gedrag. Deze twee assen vormen samen vier kwadranten die resulteren in vier rollen (zie figuur 2). De mate van bewustzijn is interessant in het kader van onbewust blauwdruk gedrag. De manier waarop de weerstand wordt geuit verschilt naarmate dit bewust of onbewust is, en zal dus ook op een andere manier beïnvloed kunnen worden. 

Figuur 2 – weerstandsmatrix van O’Connor (1993)

De saboteur is bewust van de weerstand en de motieven daarvoor, maar verbergt deze tegelijkertijd. Verbaal steunen ze de verandering, maar in hun gedrag gaan ze niet mee in de verandering. De overlever is onbewust van de eigen weerstand en ziet niet in dat hij weerstand vertoont. De zombie laat openlijk zien tegen de verandering te zijn, maar is zich niet bewust van het eigen gedrag daarin. Ze willen of kunnen niet veranderen, en vermijden daardoor. De activist spreekt zich openlijk uit tegen de verandering en is zich ook bewust van het gedrag en de redenen daarvoor. In figuur 3 is de weerstandsmatrix verder ingevuld met gedragingen om weerstand te uiten, verdeeld over de verschillende rollen (Bovey en Hede, 2001). Dit geeft inzicht in het gedrag per rol, en dus ook waarop interventies plaats kunnen vinden om met deze weerstand om te gaan. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de vier rollen en de daaraan gekoppelde negatieve gedragsintenties (zie figuur 3). De focus ligt in dit onderzoek op de negatieve gedragsintenties. 

Figuur 3 – weerstandsmatrix ingevuld met gedragsintenties

Hoe kan je weerstand beïnvloeden?

Om te onderzoeken welke leiderschapsstijlen ingezet kunnen worden om van weerstand naar veranderbereid te gaan, is het belangrijk om helder te formuleren welke stappen of fasen een medewerker hierbij doormaakt. Hiervoor zijn drie modellen onderzocht. Met het achtstappenmodel van Kotter (1997) ben ik voor het eerst tijdens mijn studie Bedrijfskunde in aanraking gekomen. Daarnaast maak ik gebruik van het ADKAR model van Hiatt (2006), deze gebruik ik veelal in de praktijk in mijn werk. Als laatste het DINAMO model van Metselaar et al. (2011) waar ik vooral tijdens mijn opdrachten bij de bank mee in aanraking kwam. 

Het achtstappenmodel van Kotter stelt dat alle fasen in een logische volgorde doorlopen moeten worden voor een succesvolle verandering. Grofweg worden deze acht stappen opgedeeld in drie fasen; een klimaat voor verandering creëren, betrekken en activeren van de mensen en de organisatie, het implementeren en ondersteunen van de verandering (Kotter, 2012). De te ondernemen stappen hiervoor zijn te lezen in figuur 4. 

Figuur 4 – acht stappen model van Kotter

De acht stappen van Kotter komen grofweg overeen met het ADKAR model. ADKAR is een model om verandering op individueel niveau te begrijpen. Ook deze fasen vallen in een logische volgorde. In elke fase kan weerstand optreden die met verschillende interventies beïnvloed kan worden (Hiatt 2006). De vijf fasen die een individu doorloopt zijn: 
Awareness: bewustzijn. De mate waarin iemand zich bewust is van de nut en noodzaak van de verandering. 
Desire: wens. De mate waarin iemand bereid is om mee te gaan in de verandering.
Knowledge: kennis. De mate waarin iemand de juiste en voldoende kennis en kunde heeft om de verandering te kunnen uitvoeren. 
Ability: vaardigheid. De mate waarin iemand de vaardigheden en ruimte krijgt binnen een bedrijf om de verandering uit te voeren.
Reinforcement: versterken. De mate waarin wordt gefaciliteerd dat de verandering blijvend mogelijk is (Hiatt 2006). 
Ook bij ADKAR moet je alle stappen door om de verandering succesvol te doorlopen met een individu. De eerste fase, awareness valt grotendeels samen met de eerste fase ‘creëren van een klimaat voor verandering’ van Kotter. De tweede en derde fasen vallen grotendeels samen met de tweede fase ‘betrekken en activeren van de mensen en de organisatie’ van Kotter. En de vierde en vijfde fase vallen grofweg samen met de derde fase van Kotter ‘het implementeren en ondersteunen van de verandering’. 

Metselaar et al. (2011) maken gebruik van het evidence based diagnose model voor veranderbereidheid. Dit geeft inzicht in de mate van het draagvlak voor de geplande verandering. Verandermanagement wordt gedefinieerd als ‘het creëren van de voorwaarden waardoor de betrokkenen resultaatgericht willen, moeten en kunnen veranderen’ (Metselaar et al. 2011). Hiervoor hebben zij drie onderdelen die van belang zijn voor het creëren van veranderbereidheid. 
Moeten (subjectieve/denken): interne druk en externe noodaak, waarom moeten we veranderen. 
Willen (attitude/voelen): motivatie van betrokkenen om te veranderen. 
Kunnen (gedragscontrole/doen): creëren van de juiste randvoorwaarden. Zoals kennis, maar ook het daadwerkelijk mogelijk maken dat iemand kan veranderen.

Het ‘moeten’ valt samen met de awareness fase van ADKAR. Het ‘willen’ valt samen met de desire fase van ADKAR. En het ‘kunnen’ valt samen met de fases knowledge en desire van ADKAR. De laatste fase ‘reinforcement’ is onderbelicht in dit model. De koppeling tussen deze twee modellen maakt het mogelijk om gerichter te kijken naar de interventies die zijn beschreven in het DINAMO model die een leidinggevende kan toepassen om van weerstand naar veranderbereidheid te gaan (Metselaar et al. 2011). 

Voor dit onderzoek kies ik ervoor om het ADKAR model te gebruiken als model voor het beïnvloeden van weerstand. Bovenstaande modellen hebben overeenkomsten, maar gebruiken vaak een andere indeling en benaming. In de basis gaat het om grofweg dezelfde opeenvolgende stappen. Ik kies voor het ADKAR model omdat ik deze in de praktijk veelal gebruik tijdens verandertrajecten. Dit geeft houvast om de theorie met de praktijk te verbinden. In het DINAMO model staan heldere interventies beschreven welke houvast bieden om de volgende deelvraag te beantwoorden, vandaar dat deze koppeling tussen de modellen van belang is. 

Welke leiderschapsstijlen zijn het meest succesvol bij weerstand?

Binnen het DINAMO model wordt verondersteld dat afhankelijk van de factor die van invloed is op weerstand er een interventie gekozen kan worden. Metselaar et al. (2011) stellen dat een interventie ‘een (serie) van geplande activiteiten die erop gericht is om de veranderbereidheid van de betrokkene te vergroten’. Interventies zijn erop gericht om het gedrag van medewerkers in overeenstemming te brengen met de ‘nieuwe manier van werken’. Deze interventies focussen zich op de onderdelen: willen, moeten en kunnen. De interventies voor ‘willen’ (en daarmee desire) zijn veelal gericht op het gesprek met de persoon en de persoonlijke en intrinsieke motivatie om mee te gaan in de verandering. De interventies met betrekking tot ‘moeten’ (en daarmee awareness) zijn vooral gericht op het uitdragen van de boodschap. De interventies met betrekking tot ‘kunnen’ (knowledge en ability) zijn veelal gericht op het vergroten van de juiste kennis en kunde voor de medewerkers om mee te gaan in de verandering. Daarnaast betreft dit ook het ondersteunen van de medewerker en het creëren van de juiste randvoorwaarden om de verandering te kunnen doorvoeren (Metselaar et al. 2011). 

Metselaar et al. (2011) stellen dat verandermanagement ‘‘creëren van de voorwaarden waardoor de betrokkenen resultaatgericht willen, moeten en kunnen veranderen’ is.

  • Willen: activiteiten gericht op motivatie van betrokkenen om te veranderen (desire).
  • Moeten: activiteiten gericht op het creëren van interne druk en externe noodzaak om te veranderen (awareness).
  • Kunnen: activiteiten gericht op het creëren van de juiste randvoorwaarden (knowledge en ability). 

Mansary (2019) stelt in zijn artikel dat transformationeel leiderschap de beste stijl is om in te zetten bij veranderingen. Dit wordt onder andere bevestigd door Eisenbach et al (1999) en Bass en Riggio (2006). De transformationeel leider zet een heldere visie neer en communiceert deze goed binnen de organisatie (Kirkland 2011; Stagl 2011). Deze wordt vaak beschreven als inspirerend (Yasin Ghadi et al 2013; Kirkland 2011). Er wordt ook meerdere malen aangehaald dat de transformationele leider zich focust op het individu en deze inspirerend motiveert (Yasin Ghadi et al 2013; Bass 1985). Daarnaast stimuleert de transformationele leider de medewerkers om kennis en kunde te vergroten (Yasin Ghadi et al 2013; Bass 1985). Bovenstaande definities vertonen overeenkomsten met de fasen binnen ADKAR, namelijk het delen van een heldere visie als onderdeel van de fase awareness. De focus die dit type leider heeft op het individu en de motivatie daarvan is van belang voor de fase rondom desire. Het stimuleren voor het vergroten van de kennis en kunde van een persoon komen van pas tijdens de fase knowledge. 

Higgs en Rowland (2000, 2001) stellen dat een leider op vijf gebieden competenties moet hebben die gerelateerd worden aan een succesvolle verandering van een organisatie. Het bouwen aan bewustzijn, wat overeenkomt met de awareness fase binnen ADKAR. De leider zorgt ervoor dat men begrijpt waarom de verandering noodzakelijk is. De volgende gaat erover dat mensen betrokken worden en zich aan de verandering willen committeren, welke overeen komt met de desire fase binnen ADKAR. Dat men zelf bereid is om in de verandering mee te gaan. Het derde gaat erover dat veranderingen worden doorgevoerd en dat deze ook blijvend worden gedaan. Dit gaat om het begeleiden van de voortgang naar de gewenste verandering. Dit komt overeen met de fases ability en reinforcement van ADKAR, waarin mensen in staat worden gesteld om de verandering uit te voeren en gestimuleerd worden om deze verandering eigen te maken. Zo wordt ook gesproken over het faciliteren en ontwikkelen van de capaciteiten die nodig zijn voor de verandering. Dit komt overeen met de fase knowledge binnen ADKAR, zorgen dat mensen de kennis, kunde en competenties hebben om de verandering door te voeren. Over het geheel geven ze aan dat de leider zich moet focussen op het aanmoedigen van de verandering. 

Conclusie

Op basis van de gepresenteerde resultaten wordt antwoord gegeven op de vraag welke leiderschapsstijlen het meest succesvol zijn om te sturen wanneer medewerkers weerstand hebben bij een organisatieverandering. De stijl transformationeel leiderschap wordt in de literatuur meerdere malen benoemd als de meest succesvolle leiderschapsstijl bij organisatieverandering. Kenmerken die bij transformationeel leiderschap worden benoemd, komen overeen met de interventies die nodig zijn tijdens de verschillende fasen van het model van beïnvloeden, ADKAR. De transformationeel leider is sterk in het neerzetten van een visie en het overbrengen aan medewerkers, wat van belang is om de medewerker bewust te maken van het nut en de noodzaak van een verandering. Daarnaast is dit type leider goed in medewerkers motiveren. Dit kan bijdragen aan de volgende fase, namelijk dat de medewerker zich wil committeren aan de verandering. Zo blijkt ook dat de transformationeel leider medewerkers stimuleert om kennis en kunde te vergroten, wat van belang is om in deze fase met de verandering mee te gaan. In de literatuur worden minder directe overeenkomsten gevonden voor de laatste twee fasen en de kenmerken van een transformationeel leider. 

Discussie en aanbevelingen

De daadwerkelijke verbanden tussen het ADKAR model en het transformationele leiderschap kan door middel van dit onderzoek onvoldoende worden aangetoond, en de conclusie berust dan ook op interpretaties. Het is interessant om in een vervolgonderzoek in de praktijk de verschillende leiderschapsstijlen te onderzoeken tijdens de verschillende fasen van ADKAR. In de literatuur werd voornamelijk gefocust op het transformationeel leiderschap. Een openstaande vraag is in hoeverre er andere onderzoeken bestaan, die bewijs hebben gevonden dat andere typen leiderschap succesvol zijn tijdens een verandering. Daarnaast  kan er veel explicieter onderzocht worden wel type gedrag  in welke fase van de verandering voorkomt. In dit onderzoek is alleen gefocust op het gedrag dat tot uiting komt bij weerstand. Weerstand is een multidimensionaal en veelzijdig begrip. Zo is er het gedrag waarin weerstand tot uiting komt, maar ook de oorzaken of de onderliggende emoties die aan de weerstand ten grondslag liggen. Daarnaast hebben we te maken met verschillende type mensen en omgevingen die weer voor verschillende invalshoeken en uitkomsten kunnen zorgen voor deze onderzoeksvraag. Dit onderzoek moet dan ook vooral gezien worden als start voor verder onderzoek en niet als antwoord op een vraag. In mijn ogen is het niet voldoende om alleen maar een model toe te passen. Of dat nou een verandermodel is, of het toepassen van een bepaalde leiderschapsstijl.   Naast de standaard competenties van een transformationeel leider is de verbinding met de mensen in de organisatie van belang. Het luisteren op verschillende niveaus is belangrijk om te weten of de boodschap is overgekomen, maar ook om de boodschap achter de woorden te herkennen en daar op in te spelen.  Daarnaast speelt ook het eigen bewustzijn van het leiderschap en van eigen blauwdruk gedrag ook een grote rol in succesvol omgaan met weerstand. Omgaan met weerstand is niet makkelijk en kan ook onbewust gedrag in een leider zelf veroorzaken. Het bewustzijn hiervan en ermee leren om gaan, legt naar mijn idee de basis voor goed leiderschap, ongeacht de stijl. Een verandermodel biedt de nodige houvast, bewustzijn creëren bij degenen die de verandering ondergaan biedt de echte uitkomst. 

In gesprek met Josette over leiderschap bij veranderen? Stuur een mailtje naar lieste@processpecialisten.nl

Procesverbeteringsproject levert gemeente Zwolle betere interne samenwerking horeca op

Meer grip op de interne processen van alles wat met horeca te maken heeft. Dat was de collectief gevoelde wens van de betrokken ambtenaren van de gemeente Zwolle. Maar waar te beginnen? Met hulp van De Processpecialisten kwam de Overijsselse gemeente tot een integrale beleidsaanpak. 

Op de afdeling Fysieke Leefomgeving van de gemeente Zwolle die zich bezighoudt met de uitvoering van het horecabeleid leefde een paar jaar geleden steeds sterker het collectieve gevoel dat de dienstverleningsprocessen tekortschoten. De horeca in de stad was fors toegenomen, maar de interne werkprocessen daar niet in meegegroeid. Bovendien was een deel van de dienstverlening inmiddels gedigitaliseerd, maar waren veel historische data uitsluitend op papier beschikbaar. Ook de manier van werken werd soms als onbevredigend ervaren. Horecavergunningen werden bijvoorbeeld veelal van achter het bureau verleend, terwijl er juist een wederzijdse behoefte was aan direct persoonlijk contact met ondernemers en afstemming met collega’s van andere afdelingen.

De boel op orde

“Het was duidelijk dat we de boel op orde moesten brengen”, blikt Sectiehoofd Mathilde van der Veen terug. “We hadden daar eerder ook wel pogingen toe gedaan, maar we wisten niet waar te beginnen.” Besloten werd dat een interne procesmanager van de gemeente alle bij het horecabeleid betrokken medewerkers zou interviewen. “Daaruit bleek dat veel collega’s behoefte hadden aan betere samenwerking en meer uniformiteit in de werkzaamheden. Ook kwam aan het licht dat veel beleidsstukken niet meer actueel waren, het toezichtskader niet helder was en een deel van onze formulieren onduidelijk”, zegt Mathilde. 

“Bij de gemeente Zwolle wisten ze dat de dienstverlening beter en efficiënter kon, maar een concrete aanpak ontbrak”, stelt Linda van Vechgel, consultant bij De Processpecialisten. Zij nam namens haar bureau de projectbegeleiding in Zwolle voor haar rekening. Nog voor zij aan de slag ging, hield een partner van De Processpecialisten een sessie met het management team waar Mathilde deel van uitmaakt. “Hij daagde ons uit om onze ambitie te definiëren”, legt ze uit. “Uiteindelijk kwamen we tot de slotsom dat we ons richting Zwolse horeca vooral duidelijk en meedenkend wilden opstellen.” 

Structuur en prioriteit

Processpecialist Linda begon haar werkzaamheden door processen van deelprocessen te onderscheiden. Ze werkte intensief samen met een groepje van vijf ambtenaren: proceseigenaar Mathilde en vier collega’s. Linda typeert de samenwerking in het begin als ‘nog een beetje zoekend’ en Mathilde herkent zich daar wel in. “Linda kwam aanvankelijk heel rustig en beschouwend over. Zeker in vergelijking met mij en de collega’s die stonden te trappelen van ongeduld.” Daar plukte Linda weer de vruchten van.  “Wat ik erg fijn vond was dat er al heel veel ideeën waren bij de mensen die het werk uitvoerden. Dat was voor mij heel nuttig om structuur en prioriteit aan te kunnen brengen.”

De afgelopen anderhalf jaar is er in bij de gemeente Zwolle hard gewerkt aan procesverbetering. Van het inventariseren van de oude processen tot het beschrijven van de gewenste processen. “Linda heeft alle processen met engelengeduld tot op detail uitgevraagd”, stelt Mathilde. We waren enkele maanden bezig met om de paar weken sessies van twee tot drie uur. In het begin werkten we met geeltjes om de processen helder te krijgen. Vanwege corona hebben we een deel van onze sessies online gedaan. Toen ben ik onder de indruk geraakt van Linda’s vaardigheid om ook online structuur en focus aan te brengen.”

Een heleboel verbeteracties

Het opstellen van de gewenste processen leverde een heleboel verbeteracties op. De volgende stap was de introductie van het fenomeen Proces Verbeter Overleg. Hierin worden eventuele knelpunten in het proces gesignaleerd en verbeteracties besproken. Die verbeteracties varieerden van vernieuwing van formulieren tot aanpassingen in het geautomatiseerde systeem en het volgen van opleidingen om de Bibob-kennis te vergroten tot een pilot voor toezicht. Linda: “Er was een hoop werk te doen en ik maakte me best zorgen of dat wel zou lukken. Maar dankzij de grote betrokkenheid van iedereen zijn de acties goed opgepakt. Het hele team heeft er heel veel energie in gestoken.”

“We hebben nu een prima beeld van onze processen en zijn goed in staat om zelf de vinger aan de pols te houden”

Begin 2023 bevindt het Zwolse project zich in de afrondende fase en zijn de meeste acties geïmplementeerd. Daarmee komt de inzet van Linda ten einde. “De structuur is nu zo dat Zwolle het prima kan redden zonder De Processpecialisten. Ze kunnen zelfstandig verder met continu verbeteren, daar heb ik het volste vertrouwen in.” Mathilde is het daar van harte mee eens: “Tijdens het traject heb ik weleens gedacht: hoe moet het straks verder zonder Linda? Maar ze laat het goed voor ons achter. We hebben nu een prima beeld van onze processen en zijn goed in staat om zelf de vinger aan de pols te houden.” Mathilde heeft dan ook veel waardering voor de inzet van de consultant. “Linda heeft knap werk geleverd. Ze hield ons een spiegel voor en ze hield ons bij de les.” 

Een echte procesfan

Op haar beurt kijkt ook Processpecialist Linda positief terug op de samenwerking. “In het begin heeft Mathilde misschien weleens gedacht: processen, wat moeten we daar nu mee? Maar volgens mij is ze intussen een echte procesfan geworden.”

Daar heeft het alle schijn van als we Mathilde enthousiast horen vertellen over het continu verbeteren en borgen van processen, de duidelijke rol- en taakverdeling en het projectresultaat in de vorm van een integrale beleidsaanpak, inclusief de gewenste afstemming met toezicht en handhaving. Ze zegt er meteen bij dat dit ook vooral te danken is aan de grote inzet van haar collega’s. “Iedereen heeft nieuwe energie gekregen en dat merk je aan het enthousiasme om te blijven ontwikkelen en verbeteren.” Ten slotte heeft het project Mathilde ook een nieuw inzicht opgeleverd: “Bij een volgende gelegenheid zullen we niet aarzelen om tijdig externe ondersteuning in huis te halen. Want het is een illusie om te denken dat je een dergelijke complexe opgave naast de waan van de dag zelfstandig kunt oplossen.”

“Geen plat verkooppraatje, maar contact puur op de inhoud” – De Processpecialisten actief aanwezig tijdens CorporatiePlein 2022

Woningcorporaties tonen steeds meer belangstelling voor procesgericht werken. Geen wonder dus dat De Processpecialisten kozen voor een actieve inbreng tijdens CorporatiePlein 2022. Dat viel ook bezoekers op. “Mijn indruk is dat De Processpecialisten hun naam absoluut eer aandoen.”

Voor liefhebbers van de bedrijfsvoering van woningcorporaties is het jaarlijkse CorporatiePlein niets minder dan een luilekkerland. Of het nu gaat om informatietechnologie, procesinrichting of datakwaliteit, bezoekers aan het evenement komen er steevast aan hun trekken dankzij een uitgelezen selectie van exposanten. Daaronder bevond zich tijdens de editie in het najaar van 2022 ook het adviesbureau De Processpecialisten. Die aanwezigheid was niet toevallig, legt processpecialist Wilbert Koenen uit. “Woningcorporaties staan voor grote uitdagingen zoals het woningtekort, verduurzaming en samenwerking met ketenpartners. Dit vraagt veel op het gebied van sturing, wendbaarheid en het functioneren als betrouwbare en voorspelbare partner. Daar sluit onze dienstverlening goed op aan.”

Resultaatgericht sturen

Dat trok onder andere de belangstelling van Jonathan Euverman, werkzaam bij de Groningse corporatie Nijestee. Daar is hij als Projectleider Interne Optimalisatie verantwoordelijk voor het initiëren, leiden en evalueren van projecten. Met een schuin oog kijkt hij daarbij steeds vaker naar onderliggende processen. Hij zegt: “Ik heb me op eigen houtje verdiept in het procesdenken, onder andere door veel managementboeken te lezen. Voor mijn gevoel ben je met een op processen gebaseerde aanpak als organisatie meer in control bij het behalen van beoogde resultaten.” Toen Euverman in de beursdocumentatie zag dat De Processpecialisten met een stand op het evenement vertegenwoordigd waren, voegde hij het bureau meteen toe aan zijn shortlist van te bezoeken exposanten. 

Dat had Sylvia Bonnema van het Amsterdamse Stadgenoot toen al gedaan. Als Implementatiemanager heeft ze het afgelopen jaar de primaire processen van haar corporatie in kaart gebracht. Met ingang van 2023 pakt Sylvia de rol van Business Owner op binnen het team Financiën om verdere stappen te gaan zetten in het verbeteren en digitaliseren van processen. Bonnema kende De Processpecialisten al van afstand. “Een voormalige collega van me is er gaan werken en toen ik de bedrijfsnaam hoorde, was mijn interesse gewekt. Vervolgens heb ik hun website bezocht en concludeerde ik dat ze niet alleen veel kennis van zaken hebben, maar die kennis ook nog eens op een aantrekkelijke manier aanbieden.” 

“Voor mijn gevoel ben je met een op processen gebaseerde aanpak als organisatie meer in control bij het behalen van beoogde resultaten”

Haar bezoek aan CorporatiePlein 2022 bevestigde dat beeld. Net als Jonathan Euverman nam Sylvia Bonnema deel aan een door De Processpecialisten verzorgd silent seminar over resultaatgericht sturen. “Veel organisaties zijn bezig met de sturing van hun organisatie. Dit gaat over systemen, gedrag en processen”, legt Wilbert Koenen uit. “Steeds vaker zie je dat organisaties de processen hebben beschreven en dat dit als eindstation wordt gezien. Maar hoe je dat op een succesvolle manier praktisch inricht, is vaak een struikelblok.” 

Speelse aanpak

Tijdens CorporatiePlein 2022 nam Wilbert zelf de presentatie van het seminar over resultaatgericht sturen voor zijn rekening. Dat maakte indruk op Euverman. “Wilbert hield een glashelder verhaal over procesgericht werken en hoe je dat vertaalt naar taken en rollen van medewerkers. Hij legde haarfijn uit dat een procesgerichte aanpak een duidelijk inzicht geeft in waar uitdagingen liggen. En dat je problemen bij de oorzaak moet aanpakken in plaats van incidenten te bestrijden. Mijn indruk van Wilberts verhaal was dat De Processpecialisten hun naam absoluut eer aandoen.”

“De Processpecialisten hebben niet alleen veel kennis van zaken, ze bieden die kennis ook nog eens op een aantrekkelijke manier aan”

“De Processpecialisten hebben niet alleen veel kennis van zaken, ze bieden die kennis ook nog eens op een aantrekkelijke manier aan”

Bonnema vond de inhoud van de sessie herkenbaar en inspirerend. “Dat je heel sterk het idee kreeg van: ja, zo zou het in de praktijk moeten werken. Wat ik vooral interessant vond was Wilberts uitleg over het zodanig inrichten van processen dat de kernwaarden van de organisatie maximaal tot hun recht komen.” Bonnema slaat de presentatie over resultaatgericht sturen er in de praktijk van alledag zo nu en dan nog op na. “Inspiratie opdoen over de inrichting van processen vind ik gewoon heel erg leuk.”

Terwijl Bonnema al wel wist dat De Processpecialisten van een speelse aanpak houden, was Euverman verrast dat direct na de inleiding van Koenen een quizje zou volgen. “Ik had tijdens de presentatie van Wilbert heel goed op zitten letten, want die quiz wilde ik per se winnen. De hoofdprijs was namelijk een uurtje gratis sparren met Wilbert.” Uiteraard nam ook Bonnema deel aan de quiz. “Die vond ik niet zo heel spannend. De vragen lagen wat mij betreft redelijk voor de hand en ik had er volgens mij ook een heleboel goed.” Toch won ze de quiz niet, en Euverman evenmin. 

Geen plat verkooppraatje

Achteraf gezien was dat geen grote ramp, want het in het vooruitzicht gestelde uurtje vrijblijvend sparren volgde later alsnog, nadat Wilbert beide corporatieprofessionals had benaderd. Dat viel bij Euverman in goede aarde. “Wat ik waardeer aan Wilbert is dat hij geen plat verkooppraatje afsteekt, maar dat hij contact maakt puur op de inhoud. In dat uurtje sparren hebben we echt de casus Nijestee behandeld. Het was gewoon mega concreet.” Dat was ook Bonnema’s ervaring. “Ik vond het heel boeiend om met Wilbert te brainstormen over de vraag hoe we het procesgericht werken bij Stadgenoot zouden kunnen invullen. De eerste stap met het uitwerken van processen is nu gemaakt, maar hoe zorg je er voor dat het iets van de hele organisatie wordt?” Persoonlijk heeft ze wel ideeën over de ontwikkeling van het procesgericht werken bij haar corporatie. “Ik denk dat de relatie tussen kernwaarden en processen een interessant haakje kan zijn om de kwaliteit van onze dienstverlening verder te vergroten.” Ook Euverman sluit een vervolgtraject met De Processpecialisten niet uit. “Als dat aan de orde mocht komen dan nodig ik Wilbert graag uit om zijn inzichten met een breder gehoor van Nijestee te delen.” 

Op hun beurt kijken de Processpecialisten met een positief gevoel terug op hun deelname aan CorporatiePlein 2022. “Kenmerkend voor de beurs vind ik de goede sfeer”, blikt Wilbert terug. “De bezoekers aan onze stand toonden zich meestal buitengewoon geïnteresseerd. Daardoor is het ook voor mij een prima ervaring geworden.”

Ook dit jaar zijn De Processpecialisten weer te vinden op het CorporatiePlein op 14 september 2023 in EXPO Houten.

“Een activiteit met een boodschap” – Populaire Sokkenshow gaat na corona op oude voet verder

Wat bij De Processpecialisten begon als training ‘Procesmanagement in de praktijk’ is uitgegroeid tot een zeer populair processpel. “Het is de combinatie van plezier en inhoud die de Sokkenshow zo succesvol maakt.”

Zo’n dertig keer per jaar verzorgen De Processpecialisten op de ProcesFabriek, in de ProcesCentrale of op locatie een Sokkenshow. Dat klinkt misschien meer naar vermaak dan naar een educatief bedrijfskundig product, maar het is beide. De Sokkenshow is een processpel en training in de basisprincipes van procesgericht werken. Het concept is dik 20 jaar geleden aan de keukentafel bedacht. “De bedoeling was om een training te ontwikkelen om bij klanten en relaties procesmanagement tussen de oren te krijgen”, herinnert Processpecialist en medebedenker Coen van Lierop zich. “Eerst noemden we die training ‘Procesmanagement in de praktijk’, gericht op de drie onderdelen van procesmanagement: inrichten, besturen en verbeteren.” Omdat dit ook de bedenkers zelf nogal saai in de oren klonk, verzonnen ze een fictief bedrijf waarin deelnemers zelf kunnen ervaren hoe weerbarstig procesgericht werken in de praktijk kan zijn.

Van werkvloer tot topmanagement

Centraal in de processimulatie staat het productieproces van een sokkenfabriek. Klanten plaatsen er orders voor sokken en pantykousjes en het is aan de verpakkingsafdeling en de distributieafdeling om de bestellingen correct te leveren. Het programma duurt meestal zo’n drie uur: na een korte uitleg over de basisprincipes van procesgericht werken krijgen de deelnemers instructies en gaan vervolgens in meerdere rondes aan de slag. Na elke ronde volgt een korte evaluatie. “De bedoeling is dat de deelnemers hun leerervaringen meenemen naar de volgende ronde en op die manier steeds meer procesgericht gaan werken”, legt Processpecialist Vincent Damen uit. “Bovendien vertalen we na afloop de inzichten uit het spel naar de eigen werksituatie van de deelnemers.”

In de loop der jaren is de Sokkenshow uitgegroeid tot een zelfstandig product. Niet alleen gericht op procesmanagement, maar bijvoorbeeld ook op onderlinge samenwerking. In de ruim twintig jaar dat de show bestaat, is deze ongeveer zeshonderd keer uitgevoerd met uiteenlopende gezelschappen. “De ene keer zijn dat teams van de werkvloer en op een ander moment is dat een groep topmanagers”, zegt Processpecialist Abe Borsje. “De Sokkenshow is geschikt voor alle lagen in een organisatie.”

Iedereen is gelijk

Abe is met ongeveer tweehonderd shows op zijn naam (tot in Vancouver aan toe) recordhouder als host van Sokkenshows. “Dat komt ook omdat ik veel trainingen heb gedaan om nieuwe Processpecialisten op te leiden in het verzorgen van de Sokkenshow”, zegt hij ter verklaring. Een belangrijke taak, want alle De Processpecialisten moeten de Sokkenshow kunnen begeleiden.

Wat klein begon met een bananendoos vol sokken en pantykousjes, is in de loop der tijd flink gegroeid. Inmiddels zorgt een oude brandweerauto voor het vervoer van alle materialen die nodig zijn om soms wel vijftien productielijnen tegelijk op te stellen. “Toen we die brandweerauto nog niet hadden, moest je telkens je eigen auto volladen met spullen”, herinnert Coen zich. “In die tijd was een Sokkenshow vooral zweten.”

“Deelnemers aan de Sokkenshow ervaren zelf hoe weerbarstig procesgericht werken in de praktijk kan zijn”

Mensen vinden Sokkenshow maar een rare term, is de ervaring van Vincent. “Ze denken: is dit wel serieus? Maar als ze eenmaal meedoen begrijpen ze het meteen.” Coen laat de benaming ‘Sokkenshow’ soms bewust achterwege. “Bijvoorbeeld toen ik een sessie verzorgde voor een gezelschap van directeuren die dachten dat ze een theoretische verhandeling over procesmanagement gingen aanhoren. Je kunt je wel voorstellen dat ze er behoorlijk van opkeken toen ze een half uur later in een stofjas pantykousjes stonden in te pakken.” Die stofjas is er trouwens niet alleen als standaard fabrieksoutfit, maar symboliseert vooral ook dat het in processen gaat over horizontale samenwerking, los van de hiërarchie: iedereen is gelijk. 

Ontluisterende ervaring

Wat volgens Abe niet is veranderd: “Het faciliteren van een Sokkenshow betekent bijna altijd vroeg opstaan. Vaak moet je een eind rijden en op locatie moet je dan de hele sokkenfabriek nog optuigen.” Toen hij daar eens mee bezig was in Zierikzee had Abe een naar eigen zeggen ontluisterende ervaring. “We waren bezig om onze spullen klaar te zetten en twee ambtenaren stonden dat een beetje aan te kijken, tot er een zei: ‘Dat rollenbandje is volgens mij nergens voor nodig.’ Ik stond perplex! Dat rollenbandje is in de sokkenfabriek bewust toegevoegd, maar inderdaad een overbodig attribuut. Hoe die ambtenaar dat meteen doorzag is me tot op de dag van vandaag een raadsel. Sommige deelnemers hebben dat na drie spelrondes nog niet door.” 

Vincent herinnert zich zijn ‘meest efficiënte Sokkenshow ooit’ nog goed, voor een groep van 150 studenten. “Die dachten niet na en gingen meteen aan de slag. Als je met directies zo’n show doet gaan ze heel erg lopen nadenken en dan loopt het vaak een stuk moeizamer.” Het is een ervaring die Coen herkent. “Rotterdammers die de Sokkenshow doen steken meteen de handen uit de mouwen, terwijl Amsterdammers eerst uitgebreid gaan discussiëren over de beste aanpak.”

Tijdens de coronapandemie stond de Sokkenshow vanzelfsprekend op een laag pitje. Intussen neemt de vraag weer fors toe. De Processpecialisten snappen wel waarom de Sokkenshow zo populair is. “Het is een groepsactiviteit met een boodschap, waar je heel veel van leert”, zegt Vincent. “Daarnaast is het de combinatie van plezier en inhoud die de Sokkenshow zo succesvol maakt.”

Webinar Omgevingswet: hoe begeleid je medewerkers in het veranderproces?

Op donderdag 15 december geven Andy Schoonbroodt van The People Side of Change en Vincent Damen, in samenwerking met VNG, een webinar voor programmamanagers, projectleiders, lijnmanagers en medewerkers/adviseurs betrokken bij de invoering van de Omgevingswet.

De invoering van de Omgevingswet betekent verandering voor de manier waarop we werken. Niet voor de organisatie, maar voor de mensen ín de organisatie. Het succes daarvan hangt af van elke persoon die de nieuwe werkwijze succesvol wil en kan adopteren en toepassen in het dagelijks werk.

Dat geldt ook voor de invoering van de Omgevingswet. Dit is niet altijd makkelijk en wordt omgeven door deadlines, activiteitenplannen, stress, uitstel, overleg en een veelheid aan project- en communicatieactiviteiten.

Het succes van de invoering valt of staat met het ondersteunen van mensen in hun individuele veranderproces. Van hoe zij hun werk vandaag doen naar hoe zij hun werk doen na invoering van de Omgevingswet. Hiervoor moeten we begrijpen hoe verandering werkt bij het individu.

Tijdens dit webinar hoort u praktijkvoorbeelden en inspireren wij u op een interactieve manier met succesfactoren voor verandering.

Datum en tijd

  • 15 december van 10:00 uur tot 11:30 uur

Programma

  • Wat betekent de Omgevingswet voor de cultuur(omslag) op de werkvloer?
  • Hoe beïnvloedt de Omgevingswet de samenwerking tussen collega’s?
  • Begeleiden van de ‘menskant van verandering’
  • Praktijkvoorbeelden en interventies

Sprekers

  • Vincent Damen, partner bij De Processpecialisten
  • Andy Schoonbroodt, change coach bij The People side of Change

Deelname is gratis. Aanmelden kan via dit aanmeldformulier.

Verandermanagement bij waterschappen

Ieder jaar organiseert onze partner Mavim een kennisdelingsdag, speciaal voor waterschappen. Dit jaar waren ook wij van de partij om onze ervaringen met verandermanagement te delen.

Er komt veel op deze sector af: veranderende wetgeving, stijgende omgevingseisen, digitalisering, klimaatverandering. Aan de waterschappen de uitdaging om te midden van dat alles hun taken kosteneffectief en efficiënt uit te voeren. Dat vraagt in veel gevallen om veranderingen in processen, de manier van werken, de informatievoorziening en de inrichting van de organisatie. Om de weg te vinden in deze complexiteit is het cruciaal om inzicht te hebben in waar veranderingen de organisatie raken. Dat is waar Mavim kan helpen: door processen te koppelen aan systemen, actoren en producten en zo overzicht te bieden.

Aan de hand van een casus bespraken we een aantal factoren die van belang zijn bij het doorvoeren van verandering. We concludeerden dat het ontzettend belangrijk is om medewerkers te betrekken bij het vormgeven van de verandering, maar óók om steun te hebben van het management bij het implementeren ervan. Actieve sponsors die coalities bouwen met management en teamleiders en zichtbaar zijn in de organisatie zijn van groot belang, evenals een op de doelgroep afgestemde boodschap.

Ten slotte maakten we aan de hand van het Prosci® ADKAR® Model een inschatting van de veranderbereidheid van de verschillende deelnemende waterschappen. De noodzaak van verandering bleek in bijna elke organisatie wel doorgedrongen. Dat garandeert echter geen actieve deelname, en zegt al helemaal niets over of men ook in staat is mee te gaan. Het was een mooie gelegenheid om ervaringen te delen en elkaar te inspireren!

Meer weten? Neem contact op met Jeroen Stam 06 13 30 18 39