De VUM Escape Room: spelenderwijs samenwerken aan gegevensdeling en uitvoeringskracht

De arbeidsmarktregio’s staan voor een grote opgave. Met de modernisering van de SUWI-wetgeving en de ambitie om regionaal, integraal en datagedreven samen te werken, moeten gemeenten, UWV en andere partners toewerken naar één gezamenlijke manier van werken.

Dat vraagt om goede afspraken, een gedeelde visie, inzicht in gegevensdeling en, misschien wel het moeilijkst, échte samenwerking tussen organisaties met verschillende systemen, belangen en werkculturen.

Precies daar ligt de kracht van de VUM Escape Room die De Processpecialisten ontwikkelde in opdracht van de VNG: een interactieve, meeslepende leerervaring waarin professionals niet praten óver samenwerking en datakwaliteit, maar het daadwerkelijk ervaren.

Een stevig fundament voor een effectieve serious game

Bij de ontwikkeling van een serious game draait alles om richting: wat wil je bereiken en welke ervaring moet de deelnemer daarbij opdoen? Vragen als ‘Hoe zorgen we voor actuele, complete en juiste data?’ en ‘Welke samenwerkingsafspraken zijn actueel en haalbaar?’ vormen daarbij het startpunt. Samen met de VNG onderzochten we deze thema’s met behulp van Ludodidactiek, om zo te komen tot een helder en gedragen theoretisch framework.

Het theoretisch framework is onmisbaar, want een goed doordacht theoretisch fundament helpt om bewuste ontwerpkeuzes te maken. Het biedt houvast bij vragen zoals:

  • Creëren we een alternatieve werkelijkheid of sluiten we juist aan op de realiteit?
  • Krijgt elke deelnemer een eigen rol of houden we het collectief?
  • Werken we met tijdsdruk, of juist niet?

Elke mechanic en elke dynamic die je toevoegt, van rollenspellen tot tijdslimieten, beïnvloedt hoe de deelnemer de serious game ervaart. Een mechanic verwijst naar de concrete spelregels of ingrepen die je als ontwerper inzet, terwijl dynamic staan voor het gedrag en de interacties die daardoor bij deelnemers ontstaan. Een mechanic als tijdsdruk kan bijvoorbeeld leiden tot focus en samenwerking (dynamics), maar kan – als het niet bij het doel past – juist stress of terugtrekgedrag oproepen.

Een theoretisch framework maakt helder welke mechanics en dynamics bijdragen aan het beoogde doel, en welke je beter links kunt laten liggen. Het biedt daarmee inzicht in de effecten van ontwerpkeuzes, zodat iedere toevoeging daadwerkelijk richting geeft aan de ervaring die je wilt creëren bij elk leerdoel. 

Van concept naar beleving: de ontwikkelfase in de triple diamond

Met het theoretisch framework als kompas gingen we de ontwikkelfase in, volgens de triple diamond-aanpak uit Design Thinking. Deze fase draait volledig om creativiteit, iteratie en contact met de doelgroep: ideeën genereren, prototypes bouwen en testen, opnieuw aanscherpen en dat keer op keer.

We ontwikkelden meerdere versies van de escape room, elk met een eigen moeilijkheidsgraad. Deze prototypes legden we voor aan de doelgroep. Hun feedback bleek cruciaal: door het finetunen van de hintstructuur en het aanscherpen van de balans tussen uitdaging en haalbaarheid, ontstond een eindversie die spelers prikkelt maar toch te voltooien is binnen 45 minuten.

Een meeslepende ervaring op het VNG Congres

Op 20 november 2025 was het zover: de première van de meeslepende escape room tijdens het VNG Congres. Met decor, sfeer, live-begeleiding en een sterk narratief werd het een belevenis die verder ging dan alleen puzzelen. De reacties waren unaniem positief: deelnemers waren enthousiast, betrokken en gaven aan niet te kunnen wachten om de escape room ook in hun eigen arbeidsregio in te zetten.

Leren door te doen, ervaren en reflecteren

Aan het einde van de sessie koppelde de begeleiding terug naar de samenwerking en de leerdoelen die tijdens het spel naar voren waren gekomen. Opvallende quotes uit de groep lieten zien hoe herkenbaar de dynamiek was. Eén uitspraak sprong eruit:
“Zullen we aan het andere team gaan vragen hoe zij het doen, want zij weten al hoe het moet?”
Een treffend voorbeeld van hoe samenwerking ook in de dagelijkse praktijk zou kunnen verlopen en waarmee de escape room precies raakte waar hij voor bedoeld is.

Ook de opdrachtgever, Johan van der Waal, Projectcoördinator bij VNG kijkt zeer tevreden terug: “Processpecialisten heeft voor ons een geweldige escaperoom ontwikkeld rond het thema gegevensdeling in het werkdomein. Ons eigen, volledig uitgeschreven inhoudelijke plan is door hen op een creatieve en professionele manier vertaald naar een werkvorm die precies deed wat we beoogden. Vanaf de eerste gesprekken was er een duidelijke klik, werd onze vraag goed begrepen en is in een aantal vlotte sessies toegewerkt naar een hoogwaardig eindresultaat. Het doel dat wij wilden bereiken stond steeds centraal en de kwaliteit was gedurende het hele traject zichtbaar hoog.”

De VNG Escape Room laat zien dat leren, samenwerken en veranderen niet alleen noodzakelijk, maar ook leuk en verbindend kan zijn. Door te spelen, te ervaren en te reflecteren ontstaat inzicht, bewustwording, begrip voor elkaars werkwijze en motivatie om regionale samenwerking echt te versterken. En precies dát is wat nodig is in aanloop naar de nieuwe SUWI-uitvoering en de implementatie van gegevensdeling in het werkdomein.

Met procesmanagement is de komende jaren nog genoeg winst te boeken

Vincent Damen en Jeroen Stam zijn partners bij De Processpecialisten. Met enige regelmaat wisselen ze van gedachten over uiteenlopende onderwerpen. In deze aflevering gaat het over de ontwikkeling van het vakgebied procesmanagement richting 2035.

Vincent: “Zeg Jeroen, weet je dat ik nog steeds met heel veel voldoening terugkijk op het half september door De Processpecialisten georganiseerde Procesfestival?”

Jeroen: “Nou, dat wil ik wel geloven. Het was een dag boordevol inspirerende sprekers, interessante werksessies en superveel interactie. Zelf mochten we daar een preview presenteren van de uitkomsten van ons eigen onderzoek naar de verwachte ontwikkeling in het vakgebied procesmanagement in de komende tien jaar. Een mooi onderzoek!”

Vincent: “Absoluut! Met interessante onderzoeksvragen, zoals: wat zijn knelpunten? Wat kunnen we achter ons laten? Welke invloed gaat AI hebben op ons werk? En hoe verandert klantwaarde in een wereld waarin mens, data en systemen steeds nauwer samenwerken? We hebben dit onderzoek in eerste instantie op basis van interviews met klanten en relaties uitgevoerd. De uitkomsten daarvan hebben we vervolgens gevalideerd met uitvoerige deskresearch.”

Jeroen: “En wat bleek? De praktische en theoretische onderzoeksresultaten kwamen behoorlijk veel overeen. Zo zie je maar weer dat je de knowhow van praktijkmensen niet moet onderschatten.”

Vincent: “Uit het onderzoek komt naar voren dat we onderweg naar 2035 vier dominante bewegingen in het vakgebied zien. Ik vat ze even samen. 1) In plaats van processen te gebruiken voor controle en vastlegging gaan we ze inzetten voor waardecreatie en strategische richting. 2) Mensen op de werkvloer zullen veel meer dan nu het geval is worden betrokken bij processen. Eigenaarschap is hier het sleutelwoord. 3) Van terugkijken met data naar voorspellen en sturen met behulp van data én AI. En ten slotte 4) Regels en protocollen maken plaats voor vrijheid, vertrouwen en wendbaarheid.”

Jeroen: “Deze vier bewegingen vormen meteen de grootste winstpakkers voor organisaties. Hier moeten zij zich op voorbereiden, anders missen ze de boot.” 

Vincent: “Het leuke is: met alle vier de thema’s kun je vandaag al beginnen. Daarmee kun je een concurrentievoordeel verwerven ten opzichte van andere organisaties. Nog even de kat uit de boom kijken kan natuurlijk ook, maar uiteindelijk is de keuze om niet mee te gaan in de verandering echt geen optie.”

Jeroen: “Het is natuurlijk ook allemaal geen rocket science. We kregen van onze gesprekspartners geen radicale antwoorden die grote verschuivingen voorspellen. Ze schetsten een beeld dat in lijn is met de logica van ontwikkelingen die nu plaatsvinden. En ook al lijken er misschien geen gigantische veranderingen in het vat te zitten, veel organisaties die nog niet zo procesvolwassen zijn zullen niettemin nog behoorlijk wat stappen moeten zetten.”

Vincent: “Je ziet bijvoorbeeld dat de functie van processen echt een nieuwe fase ingaat. Nu worden ze vaak nog vooral ingezet voor grip en borging. We moeten toe naar een benadering waarin processen de strategische doelen ondersteunen, samenwerking over afdelingen en ketens mogelijk maken en de basis vormen voor waardecreatie.” Procesmanagement is dan niet langer een instrument, maar een manier van denken en werken.”

Jeroen: “Om dat voor elkaar te krijgen, moet je mensen op de werkvloer actief meenemen. Eigenaarschap ontwikkel je niet met een eenmalige zeepkistsessie of een nieuwsbrief, maar door begeleiding, ruimte en vertrouwen te bieden. Organisaties die dat snappen, zien dat mensen zich meer verbonden voelen met het doel van hun werk en dat processen daardoor vanzelf beter gaan lopen.”

Vincent: “Ook het gebruik van data gaat naar een hoger niveau. Veel organisaties zijn nog bezig met de vraag welke data hebben we eigenlijk in huis? Dat is een goed begin, maar om echt waarde te creëren moet je die data actief gebruiken. Niet alleen om te meten wat er is gebeurd, maar ook om te voorspellen wat er kán gebeuren. AI helpt daarbij door patronen te herkennen die voor mensen niet zichtbaar zijn.” 

Jeroen: “In dat opzicht is AI allerminst een bedreiging, maar juist een geweldige kans. AI kan helpen processen slimmer te maken door bijvoorbeeld afwijkingen te signaleren, knelpunten te voorspellen of suggesties te doen voor verbeteringen. Het proces denkt als het ware mee. Daardoor verandert onze rol: van beheerser van het proces naar regisseur die mens en technologie laat samenwerken.”

Vincent: “Ook over de grenzen van de eigen organisatie heen. Je ziet dat bedrijven en instellingen hun dienstverlening vaak heel erg lokaal hebben georganiseerd, terwijl dienstverlening steeds vaker plaatsvindt in ketens. Essentieel is dat elk onderdeel in de keten op de hoogte is van de relevante feiten.” 

Jeroen: “Daar kan ik over meepraten. Toen ik nog niet zo lang geleden een hamstringblessure opliep, belandde ik in een regelrecht zorgcircus waarin ik van het kastje naar de muur werd gestuurd. En natuurlijk moest ik iedere keer opnieuw uitleggen hoe ik die blessure had opgelopen. Mijn klantreis van loket naar loket duurde daardoor, ook vanwege alle door- en terugverwijzingen, veel te lang.”

Vincent: “Bovendien is zo’n ongecoördineerd zorgtraject een zeer kostbare aangelegenheid. Maar ook buiten de zorg gebeurt het aan de lopende band. Dat wordt in toenemende mate gezien als maatschappelijk onaanvaardbaar.”

Jeroen: “Iedereen staat erbij en ziet het gebeuren. Geef mensen daarom de ruimte om verantwoording te nemen en in te grijpen in processen die vanwege protocolfetisjisme zwaar kostenverhogend zijn. Ook dat is eigenaarschap nemen in de uitvoering: voelen wat jouw handelen voor impact heeft op processen en klanten. Zo kun je als organisatie veel meer waarde leveren, bijvoorbeeld voor medewerkers die meer zingeving ervaren. Maar ook voor klanten, die de dienstverlening zienderogen zullen zien verbeteren.”

Vincent: “Er is richting 2035 op het gebied van procesmanagement nog genoeg winst te boeken. Organisaties die nu investeren in datagedreven werken, eigenaarschap en wendbaarheid bouwen aan een voorsprong. AI versnelt die ontwikkeling, maar het is uiteindelijk de mens die bepaalt wat waardevol is en wat niet.” 

Jeroen: “Als Processpecialisten willen we nadrukkelijk een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van ons mooie vakgebied. Onder de noemer ‘Procesmanagement 2035’ komen er diverse activiteiten, zoals round tables, webinars en publicaties. We nodigen iedereen die zich betrokken voelt bij de ontwikkelingen in het vakgebied graag uit om mee te praten en mee te doen!”

Bruisend Procesfestival 2025 bomvol inspiratie, interactie en ontmoeting

“Als we er met elkaar heilig in geloven, kunnen we de Tour de France winnen.” Voor bescheiden doelstellingen was tijdens editie 2025 van het Procesfestival bepaald geen plaats. Een impressie van de dag.

Voor iedereen die geïnteresseerd is in procesmanagement is het Procesfestival van De Processpecialisten eigenlijk een must. Inspirerende sessies, inhoudelijke kennisdeling en interactieve workshops vormen de basisingrediënten van dit jaarlijkse festival, dat steevast plaatsvindt op een bijzondere locatie. Eerdere afleveringen vonden bijvoorbeeld plaats in het Utrechtse Spoorwegmuseum en de Amersfoortse Rijtuigenloods. Voor editie 2025 van het festival fungeerde het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid op het Hilversumse Mediapark als fraai decor. Een iconische locatie, waar het woord ‘Beleving’ standaard met een hoofdletter wordt geschreven, die een zeer passend onderdak bood aan het Procesfestival 2025. Het thema van dit jaar, ‘Samen ontwikkelen, scherp sturen’, kreeg gaandeweg de dag steeds meer vorm en inhoud.

 

Waardecreatie en eigenaarschap

In het ochtendprogramma kregen de ruim tweehonderd aanwezigen een doorkijkje naar procesmanagement in 2035. Dat werd verzorgd door Vincent Damen en Jeroen Stam, de tweekoppige directie van De Processpecialisten. Ze begonnen hun verhaal met de casus ‘Pech onderweg’, over hun persoonlijke klantreis langs alarmcentrales en andere pechhulpen tijdens autopech op vakantie. Het werd een hilarisch relaas over misverstand en onwil in de categorie ‘Computer says no.’

Die vakantieherinnering bleek de inleiding voor de manier waarop procesmanagement de komende tien jaar gaat veranderen, mede gebaseerd op eigen onderzoek van De Processpecialisten. In hun energieke presentatie signaleerden Jeroen en Vincent dat processen de beweging gaan maken van instrument voor controle en vastlegging naar middel voor waardecreatie en strategie. Tegelijk vindt er een transitie plaats van nauwelijks betrokken medewerkers naar eigenaarschap van iedereen op de werkvloer. Ook gaan we met data en technologie realtime voorspellen en sturen in plaats meten en terugkijken. Daarnaast maakt de dominantie van definities en regels plaats voor vrijheid en wendbaarheid.

Met name die laatste verandering resoneerde bij een van de bezoekers. Hij werkte eerder bij een bank, maar houdt zich tegenwoordig bezig met de bedrijfsvoering in een zorginstelling. “Bij die bank verdiende ik heel veel geld”, vertelde hij, “maar ik werd er gek van alle complianceregels. In onze zorginstelling zijn natuurlijk ook processen en regels, maar daar heb ik wel alle vrijheid om mijn werk naar eigen inzicht in te richten.”

De gele, roze of rode leiderstrui

Vervolgens was het de beurt aan Richard Plugge, algemeen directeur van wielerploeg Team Visma Lease a Bike, waar onder andere meervoudig Tour de France-winnaar Jonas Vingegaard onder contract staat. Eerder was Richard actie bij Team Rabobank, die hij volgens eigen zeggen omvormde ‘van bankploeg naar sportploeg’. In zijn inspirerende inleiding benadrukte de wielerbaas het belang van een goede cultuur en liet hij zien hoe visie, toewijding en de optimale samenwerking van de juiste mensen op de juiste plek tot ongekend succes kan leiden. In zijn betoog hield Richard de zaal voortdurend een spiegel voor, wat leidde tot anderhalf uur volop interactie. De oud-journalist moedigde zijn publiek aan om doelstellingen van hun organisatie te zien als dromen, net zoals zijn wielerploeg dat doet. De grootste droom in elke wielerronde? Uiteraard het veroveren van de gele, roze of rode leiderstrui in het eindklassement.

Meer concreet kan een doelstelling eigenlijk niet zijn, constateerden de aanwezigen in de lucnhpauze die volgde. “Maar wij werken bij een woningbouwcorporatie en daar hebben we niet zo’n concrete stip op de horizon”, vertelde een bezoeker. “Natuurlijk werken we met doelstellingen, zoals goed onderhoud van woningen en tevreden bewoners, maar dat is toch van een andere orde dan de Tour de France winnen.” Hoe dan ook, navraag bij andere bezoekers leerde dat de belangrijkste boodschap van de wielerbaas wel degelijk was blijven hangen: als niet iedereen in het team onvoorwaardelijk in de droom gelooft, kun je een succesvol resultaat wel op je buik schrijven.

Ruimte voor praktische workshops

In het middagprogramma was ruimte gemaakt voor maar liefst vijftien verschillende sessies. In een door de Veiligheidsregio Fryslân verzorgde presentatie over hun Continu-Verbeter-Reis viel de eerdergenoemde term ‘eigenaarschap’ eveneens regelmatig. Ook niet te missen: het van De Processpecialisten bekende adagium ‘voordoen, samen doen, zelf doen’. Overigens hadden de twee inleiders van de veiligheidsregio een bal meegenomen om de interactie met de zaal te stimuleren. Die bleek uiteindelijk totaal overbodig. Net als bij alle andere sessies was sprake van een intensieve dialoog tussen sprekers en bezoekers.

Uiteraard was in het middagprogramma ook ruimte voor praktische workshops. Bijvoorbeeld over Change by Design, over de menskant van verandering. Of over Obeya: een visuele en gezamenlijke manier van werken waarmee je strategie en uitvoering met elkaar verbindt. In deze werksessies werden als vanouds weer naar hartenlust post-its geplakt en simulaties ingezet om concrete casussen te ontleden.

Andere highlights van de dag waren een boeiende presentatie van de gemeente Breda over de innovatieve inzet van AI voor slimme werkprocessen en laagdrempelige contacten met burgers. Ook zeer aansprekend was een sessie over teamdynamiek van CIRCYOULAR, de nieuwe standaard in teamontwikkeling, mede geïllustreerd met videofragmenten van mislukte pitstops tijdens autoraces. Vanzelfsprekend was ook de van De Processpecialisten bekende ‘Sokkenshow’, over spelenderwijs veranderen, weer van de partij. In combinatie met plezierige ontmoetingsmomenten tijdens lunch en borrel zorgde dat voor een bijzonder bruisend Procesfestival in Beeld en Geluid.

Duidelijkheid over werkprocessen stroomlijnt samenwerking rond inburgering in Altena

In een half jaar tijd brachten De Processpecialisten de belangrijkste werkprocessen rond de inburgering van statushouders en minderjarige vreemdelingen in de gemeente Altena nauwkeurig in beeld. En met effect. “Alle ketenpartners ervaren een betere samenwerking en meer onderlinge verbinding. Dat is eigenlijk het belangrijkste winstpunt, meer nog dan aan het voldoen aan de wettelijke taakstelling.”

De opvang en begeleiding van statushouders en minderjarige vreemdelingen is een maatschappelijke opgave, die niet zelden ingewikkeld van karakter is. Er zijn meerdere partijen bij betrokken, zoals NIDOS, vluchtelingenwerk, TMC Pro, woningbouwverenigingen en gemeentelijke afdelingen. “Voor een geoliede samenwerking tussen de verschillende partijen is het om die reden noodzakelijk om duidelijkheid over de belangrijkste werkprocessen te creëren”, stelt Ester de Ridder. Ester is bij de gemeente Altena werkzaam als manager van het programma opvang en huisvesting bijzondere doelgroepen.

“Individuele processen zijn boeiend, maar als het om processen in ketens gaat dan wordt het ingewikkeld en echt leuk.”

Voor ondersteuning bij dit programma deed Altena een beroep op De Processpecialisten, overigens geen onbekende partij voor de gemeente. De Processpecialisten lopen er namelijk al een tijdje rond in het kader van een breed opgezet project rond procesmatig werken. Daar was Ester verder niet direct bij betrokken, maar wel was ze als MTA-lid aanwezig bij meerdere (bijpraat)sessies over het project. “Dat heeft me geïnspireerd om ook voor mijn programma aan te kloppen bij De Processpecialisten.” Dat leidde vervolgens tot een concrete opdracht.

Knappe visualisaties

Het was Processpecialist Arnaud Wullings die in het voorjaar van 2024 aan de slag ging met de belangrijkste werkprocessen van het programma van Ester. Dat zijn er drie: 1) van COA naar een huis in Altena, 2) van een huis in Altena naar einde inburgering en 3) de opvang en begeleiding van twaalf alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers). Bij de eerste twee werkprocessen ging het trouwens om ongeveer 120 statushouders. “De bij de inburgering betrokken partijen waren weliswaar gewend om elkaar regelmatig te spreken”, legt Arnaud uit, “maar dan ging het veel over de inhoud en weinig over het proces. Er was behoefte aan helderheid over welke processen worden doorlopen. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Is er geen sprake van dubbel werk? Slaan ze misschien processtappen over?” Arnaud zette daarom graag zijn tanden in deze klus. “Want individuele processen zijn boeiend, maar als het om processen in ketens gaat dan wordt het ingewikkeld en echt leuk. Bovendien hebben we hier te maken met een maatschappelijk relevant onderwerp. Dat maakt het voor mij extra interessant.”

“Zo’n procesplaat blijft natuurlijk veel beter hangen dan alleen maar woorden op papier. Heel waardevol.”

In werksessies van telkens drie uur bracht Arnaud met ongeveer tien vertegenwoordigers van de betrokken instanties eerst de huidige situatie beeld. In een vervolgsessie werd besproken wat goed ging en wat beter kon. In de afsluitende sessie kwam de gewenste situatie aan bod. Wat Ester vooral is bijgebleven van de sessies met Arnaud zijn de visualisaties van werkprocessen die hij produceerde. “Heel knap en voor alle betrokkenen superfijn. Zo’n procesplaat blijft natuurlijk veel beter hangen dan alleen maar woorden op papier. Het op die manier vastleggen van alle activiteiten in het programma was heel waardevol”, aldus Ester.

Procesgerichte vragen

Als opdrachtgever bemoeide Ester zich op hoofdlijnen met de operationele activiteiten van Arnaud. “Hij werkte vooral intensief samen met mijn toenmalige collega Maria Smits. Aan het eind van de opdracht was zij gepokt en gemazeld in de werkwijze van DPS, ook omdat zij met Arnaud alle werksessies voorbereidde.” Arnaud bevestigt de prima klik met Maria, die inmiddels bij een andere gemeente werkt. “We hadden veel contact en onze samenwerking was onwijs goed. Daar had ik echt mazzel mee.” Hij is zelf namelijk geen inhoudsdeskundige als het gaat om de wereld van statushouders en AMV’ers, zegt Arnaud. “Dat vind ik niet erg, omdat het me in de gelegenheid stelt om procesgerichte vragen te stellen. Vanuit die benadering krijg ik natuurlijk ook behoorlijk veel inhoud mee en ik vind het mooi om daarin de balans te vinden.” Dat is volgens Ester goed gelukt. “Wat ik knap vind is dat Arnaud zich goed kan verplaatsen in de materie zonder zelf deskundig te zijn op de inhoud.”

“We hebben elkaar als ketenpartners beter leren kennen. Dat creëert begrip voor elkaars werk”

Het resultaat van de gezamenlijke inspanningen stemt Ester dan ook bijzonder tevreden. “Gedurende de werksessies onder leiding van Arnaud hebben we elkaar als ketenpartners beter leren kennen. Dit creëert begrip voor elkaars werk en alle ketenpartners ervaren nog elke dag een betere samenwerking en meer onderlinge verbinding. Dat is eigenlijk het belangrijkste winstpunt, meer nog dan het voldoen aan de wettelijke taakstelling”, aldus Ester die aangeeft dat Arnaud naast de primaire werkprocessen ook een reeks kleinere processen in kaart heeft gebracht.

Unieke werkvormen

Het succes van Arnauds aanpak is volgens hem mede toe te schrijven aan enkele unieke werkvormen uit de gereedschapskist van De Processpecialisten, zoals simulaties en games. “Die zorgden ervoor dat alle ketenpartners zich vanaf het begin actief betrokken voelden bij de problematiek. En ze vonden het ook nog eens superleuk!” Bij Ester staan desgevraagd met name spelsituaties over groepsdynamiek en hoe je mensen in hun kracht kunt zetten nog helder op het netvlies.

De samenwerking met Ester is Arnaud goed bevallen. “We konden lezen en schrijven met elkaar.” Andersom is Ester het daarmee volledig eens. “Ons onderlinge contact verliep heel prettig en dat hoor ik ook van anderen terug. Arnaud is een echte meedenker die gevraagd en ongevraagd met adviezen komt. Niet voor niets is hij wat mij betreft dan ook nadrukkelijk in beeld om ons te ondersteunen bij een vervolgopdracht gericht op het taalonderwijs voor deze bijzondere doelgroep.”

Van wet naar bedoeling: een geschiedenis van meebewegen

Hoe de overheid met maatschappelijke vraagstukken omgaat, is altijd in beweging geweest. Waar ze ooit vooral regels maakte en handhaafde, is ze nu steeds vaker een partner die samen met inwoners, organisaties en bedrijven zoekt naar oplossingen. De vraagstukken van vandaag, zoals energietransitie, zorg, leefbaarheid en vertrouwen in de overheid, zijn te complex om vanuit één organisatie of perspectief aan te pakken. Ze vragen om een andere manier van denken en doen: opgavegericht werken.

Opgavegericht werken draait om samenwerken aan maatschappelijke doelen die er écht toe doen. Maar om goed te begrijpen waar deze manier van werken vandaan komt, helpt het om eerst terug te kijken. De verhouding tussen overheid en burger heeft namelijk een lange geschiedenis, waarin de rol van de overheid steeds opnieuw werd vormgegeven. Van strenge wetshandhaver tot verzorgende dienstverlener, en van efficiënte manager tot samenwerkende partner, iedere tijd bracht een eigen manier van overheidssturing met zich mee.

De veranderende rol van de overheid in relatie tot de burger

De verhouding tussen overheid en burger heeft een lange geschiedenis die in verschillende fasen tot uiting komt, telkens beïnvloed door maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen. Deze ontwikkeling laat zich samenvatten aan de hand van vier dominante overheidsrollen: de rechtmatige overheid, de presterende overheid, de samenwerkende overheid en de responsieve overheid.

Tot halverwege de 20e eeuw: De klassieke rechtstaat 1850–1945

In de periode tot en met de vroege 20e eeuw stond de klassiek-liberale overheid centraal. De overheid had primair een passieve en handhavende rol: het garanderen van orde, veiligheid, eigendom en rechtszekerheid. In deze rechtmatige overheid was de relatie tussen burger en staat vooral juridisch van aard. De overheid legde regels vast, handhaafde deze en zorgde voor gelijke behandeling van burgers binnen het kader van de wet. Sociale en economische bemoeienis waren beperkt , de markt en het maatschappelijk middenveld moesten hun werk doen.

1945–1970: De opkomst van de verzorgingsstaat

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dit ingrijpend. De overheid kreeg een actieve rol in het waarborgen van bestaanszekerheid. Onder invloed van de wederopbouw, industrialisering en sociaaldemocratische idealen ontstond de verzorgingsstaat. De overheid werd meer dan een juridische instantie: zij werd zorgdrager voor werkgelegenheid, inkomen, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Het aantal overheidsdiensten groeide snel, net als het vertrouwen in planning en centrale sturing.

In deze fase was de burger vooral een ontvanger van diensten. Overheidsbeleid was sterk top-down en technocratisch van aard, gestoeld op de gedachte dat maatschappelijke vraagstukken met de juiste expertise en structuren op te lossen waren. Het systeemdenken kreeg de overhand, een logische voortzetting van de rechtmatige overheid, maar met nadruk op paternalisme en prestatie.

Jaren ’70–’80: Groei van kritiek en decentralisatie

Vanaf de jaren ’70 kwam er toenemende kritiek op de logheid van de verzorgingsstaat. De oliecrises, economische stagnatie en toenemende bureaucratie maakten duidelijk dat de overheid niet alles kon oplossen. In reactie daarop ontstond een roep om meer efficiëntie, minder regels en slankere overheden.

Hoewel de rechtmatigheid nog steeds belangrijk was, verschoof het accent naar de presterende overheid. Publieke diensten moesten goedkoper, doelmatiger en meetbaarder worden. Eind jaren ’80 legde dit de basis voor wat in de jaren ’90 zou uitmonden in het New Public Management (NPM).

Na de jaren ’90: Van presteren naar samenwerken en responsiviteit

Vanaf de jaren ’90 en vooral in de 21e eeuw verschoof de focus opnieuw. De nadruk kwam te liggen op netwerksturing (de samenwerkende overheid), waarin de overheid publieke doelen nastreeft in samenspel met maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere overheden. En in de meest recente fase werd ook de responsieve overheid zichtbaar: een overheid die zich aanpast aan maatschappelijke dynamiek en inspeelt op de energie van onderop. Participatie, co-creatie en vertrouwen werden kernbegrippen.

Deze historische ontwikkeling toont aan dat de rol van de overheid nooit statisch is geweest. Van wettelijke ordehandhaver, via welvaartsgarant en manager, naar netwerkpartner en facilitator. Tegenwoordig worden deze rollen niet meer chronologisch maar parallel ingevuld, afhankelijk van de aard van de opgave en de context waarin deze zich afspeelt. De kunst is om als overheid bewust te schakelen tussen deze rollen, en telkens de passende verhouding met de samenleving te kiezen.

Denken vanuit opgaves

Het denken over opgavegericht werken is ontstaan vanuit een toenemende behoefte om maatschappelijke vraagstukken integraal en samenhangend aan te pakken. Tot ver in de twintigste eeuw werd het openbaar bestuur vooral ingericht volgens het klassieke model van taakspecialisatie en sectorale beleidsdomeinen. In deze werkwijze stond de interne organisatie centraal en lag de focus op het efficiënt uitvoeren van taken, vaak zonder expliciete aandacht voor de samenhang of maatschappelijke impact. In de jaren ’90 en 2000 kwam hier geleidelijk verandering in met de opkomst van netwerkgemeenten, gebiedsgericht werken en programmasturing. Deze bewegingen vormden de opmaat naar een meer adaptieve overheid, die zich niet langer primair richt op beleidsoutput, maar op het bereiken van publieke waarde in samenwerking met andere partijen.

Een belangrijke wending in deze ontwikkeling kwam in 2012 met het verschijnen van het boek Verdraaide organisaties van Wouter Hart. Dit boek introduceerde het concept van ‘de bedoeling’ als kern van professioneel en publiek handelen: het waarom van het werk en de maatschappelijke waarde ervan. Het was een antwoord op de groeiende kritiek op bureaucratische systemen en verantwoordingsdwang, en het bood een taal om weer te focussen op wat er werkelijk toe doet voor inwoners en samenleving.

‘De bedoeling’ werd in veel publieke organisaties een ankerpunt voor verandering en werd ook de voedingsbodem voor de verdere ontwikkeling van opgavegericht werken. Het stimuleerde professionals en bestuurders om vanuit gedeeld eigenaarschap en gezamenlijke maatschappelijke doelen te werken, voorbij organisatiegrenzen, beleidslijnen en functies. Zo werd opgavegericht werken niet alleen een manier van organiseren, maar ook een manier van denken en handelen die zich tot op de dag van vandaag steeds verder ontwikkelt.

Opgavegericht werken is dus geen vervanging van de klassieke rollen van de overheid, maar een manier om die situatief en bewust te combineren. Niet óf presteren, óf participeren, maar het strategisch schakelen tussen rechtmatigheid, doelmatigheid, samenwerking en responsiviteit, afhankelijk van de aard en fase van de opgave.

In dat schakelen speelt ‘de bedoeling’ een cruciale rol: het biedt richting en houvast in de veelheid aan belangen, perspectieven en mogelijke oplossingen. Waar opgavegericht werken de gezamenlijke aanpak en het proces organiseert, zorgt de bedoeling ervoor dat steeds helder blijft waarom die inspanning wordt geleverd en welke maatschappelijke waarde ermee wordt nagestreefd. Het is juist de balans tussen deze twee die maakt dat organisaties niet verzanden in procedures of vrijblijvend overleg, maar koersvast en met partners werken aan concrete resultaten.

De ontwikkeling van de overheid laat zien dat er niet één juiste manier is om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Iedere tijd vraagt om een eigen balans tussen regels, prestaties, samenwerking en responsiviteit. Opgavegericht werken helpt om bewust te schakelen tussen die rollen, met oog voor wat een situatie écht nodig heeft. Het vraagt om lef om te experimenteren, ruimte om te leren en vooral: vertrouwen in de kracht van samenwerking. Want juist in die gezamenlijke zoektocht, waarin overheid en samenleving elkaar weten te vinden, ontstaat duurzame maatschappelijke waarde.

De Sponsor Coalitie: leer draagvlak bouwen vóór het spannend wordt

Een simulatie die strategie en praktijk op slimme wijze verbindt. 

Iedereen die ooit een verandering heeft doorgemaakt, weet dat zonder draagvlak geen duurzame verandering mogelijk is. Maar écht draagvlak ontstaat niet vanzelf, het wordt bewust gebouwd. De Sponsor Coalitie, een nieuw simulatiespel ontwikkeld door De Processpecialisten, helpt projectteams en managementteams om om vooraf scherp te krijgen wie ze op welk moment moeten betrekken, waardoor de verandering breed gedragen en duurzaam verankerd wordt. 

“Deze simulatie leerde me om naar de omgeving van de verandering te kijken: wie speelt een rol, wat is hun belang, en hoe beweeg je daarin slim mee? Verwoordde een van de deelnemers. 

Grip op de zachte kant van verandering

Veel interne veranderinitiatieven halen hun doel niet volledig. Onderzoek van onder meer prof. Volberda (EUR) laat zien dat een aanzienlijk deel, soms tot wel 75 %, de beoogde resultaten niet behaalt. Dat ligt zelden aan de inhoud of de gekozen oplossing, maar vrijwel altijd aan de menskant van de verandering: het draagvlak. 

Draagvlak gaat niet over trainingen of communicatiemiddelen alleen. De doorslaggevende factor is de betrokkenheid van de juiste sponsoren: leidinggevenden en sleutelfiguren die de verandering zichtbaar ondersteunen, er actief in investeren en anderen daarin meenemen. 

Precies dat is wat De Sponsor Coalitie op tafel legt: in een realistische simulatie ervaren deelnemers hoe je de menselijke kant van verandering bewust vormgeeft. 

De casus: van chaos naar regie

De simulatie speelt zich af in een fictieve organisatie waar een belangrijk proces is vastgelopen. De directie wil naar één gestroomlijnd systeem, maar op de werkvloer is er twijfel en terughoudendheid. Teams maken zich zorgen over verlies van autonomie of een toename van werkdruk. 

Deelnemers stappen als observatoren in deze situatie. Ze krijgen vier opdrachten die hen helpen het krachtenveld rond de verandering te doorgronden. Niet door te zoeken naar ‘weerstand’, maar door te ontdekken wie op welk moment betrokken moet worden om de verandering te laten slagen. Zo ontstaat inzicht in waar verbinding nodig is, welke gesprekken gevoerd moeten worden en hoe je als team de juiste volgorde kiest. 

Verandermanagement in de praktijk

De simulatie is onderdeel van een leerervaring van een dagdeel, waarin verandermanagement centraal staat. Hierbij wordt gebruikgemaakt van inzichten uit de Prosci-methodiek inclusief het beroemde ADKAR-model, met nadruk op de veranderkundige principes rond draagvlak, betrokkenheid en borging. 

Na een korte theoretische introductie duiken deelnemers direct de praktijk in: ze analyseren, overleggen en bouwen stap voor stap aan een coalitie die verandering mogelijk maakt. Geen rollenspel, maar een scherpe observatie van een organisatie-in-beweging. En een confronterende vraag: hoe zorg je dat een verandering echt landt? 

Van oefenen naar toepassen

De Sponsor Coalitie is gebaseerd op verandermanagementprincipes én praktijkervaring. De opzet is compact, schaalbaar, geschikt voor projectteams, beleidsafdelingen en managementteams die samen werken aan een verandering of nieuw project  

Na de reflectie uit de fictieve casus werken deelnemers direct aan hun eigen situatie. Als team vertalen ze wat ze hebben geleerd naar concrete stappen voor hun eigen verandering of project. Ze maken gebruik van praktische tools om te bepalen wie ze wanneer meenemen, welke acties nodig zijn en hoe ze zorgen dat betrokkenheid groeit. 

“Het gaf me handvatten om in mijn eigen werkomgeving eerder en slimmer mensen bij de verandering te betrekken.” 

Draagvlak is te bouwen

Draagvlak ontstaat niet vanzelf. Het groeit als je weet wie je op welk moment moet meenemen en daar bewust op stuurt. Met De Sponsor Coalitie oefen je niet alleen een aanpak, maar ook het gevoel voor timing en de menselijke, bottom-up benadering van verandering. 

Deze leerervaring maakt iets tastbaar wat normaal ongrijpbaar blijft: het moment waarop een verandering wordt omarmd.  

Wie vooraf nadenkt over de juiste betrokkenheid, vergroot de kans dat de verandering breed gedragen en duurzaam verankerd wordt. 

Cordaan zet in op continu verbeteren

Zorginstelling Cordaan wil de dienstverlening aan zorgmedewerkers beter en slimmer organiseren. De inzet van eigen medewerkers, getraind door De Processpecialisten, speelt daarin een cruciale rol. “We maken de stap van het oplossen van problemen naar het actief adviseren over een efficiëntere aanpak.”

Met meer dan zesduizend medewerkers en tweeduizend vrijwilligers verleent Cordaan in de regio Amsterdam jaarlijks zorg aan twintigduizend mensen. Brian Oud werkt er als Projectmanager Facilitair en in die functie geeft hij leiding aan het verbeterprogramma ‘De Serviceorganisatie’. Een programma, zoals dat zo mooi heet, bedoeld ‘om de zorg te ontzorgen’. Daarin neemt de organisatie ondersteunende processen nader onder de loep. Achterliggende gedachte is dat steeds meer mensen zorg nodig hebben en daarvoor steeds minder zorgverleners en middelen beschikbaar zijn. “Dan moet je de zorg dus beter en slimmer organiseren”, legt Brian uit. “Ondersteunende diensten kunnen helpen om de zorg efficiënter te maken. Als een zorgmedewerker bijvoorbeeld meldt dat ergens een bed kapot is, moet hij of zij daar verder geen omkijken naar hebben en erop kunnen vertrouwen dat snel een reparatie volgt.”

Aanpak: low key en praktisch

Behoorlijke handicap: voorafgaand aan de start van het verbeterprogramma waren er bij Cordaan maar liefst 35 verschillende ingangen waar medewerkers melding konden maken van wensen, storingen en andere problemen. Doelstelling is dat forse aantal terug te brengen tot een enkel telefoonnummer en een digitaal meldportaal in de vorm van één multidisciplinaire serviceorganisatie. Vandaar de naam van het verbeterprogramma.

Hoe organiseer je in zo’n situatie de zorg beter en slimmer? Door te kijken naar hoe je ondersteunende processen efficiënter kunt inrichten. Daarbij koos Cordaan voor een bottom-up benadering door te starten met een reeks gesprekken met zorgmedewerkers. Centrale vraag: wat gaat goed en wat kan beter? Daaruit bleek dat veel processen, zoals Brian het uitdrukt, ‘bepaald niet feilloos’ waren. Vervolgens klopte Cordaan aan bij de consultants van De Processpecialisten. Een eenvoudig verklaarbare stap, omdat een collega van Brian een verleden heeft als Processpecialist. Deze collega, Brian en Abe Borsje van De Processpecialisten staken vervolgens de koppen bij elkaar. Voor Cordaan was het uitgangspunt van meet af aan helder: de organisatie wilde zelfstandig aan de slag. “De vraag aan ons was daarmee redelijk recht-door-zee: leid onze medewerkers op zodat ze in de toekomst in staat zijn om zelfstandig procesoptimalisaties door te voeren”, aldus Abe die zijn aanpak typeert als ‘low-key en uitgesproken praktisch’.

Procesverbeteraars met zorgachtergrond

Cordaan startte met de werving van collega’s uit de eigen organisatie die als procesverbeteraar aan de slag konden gaan. Uiteindelijk werden er drie medewerkers in die functie aangenomen. Opmerkelijk genoeg hadden ze alle drie een zorgachtergrond. Brian snapt wel waarom. “In de praktijk zijn zij de eersten die de pijn voelen van slecht ingerichte processen. Ze hebben een intrinsieke motivatie om te helpen die processen te verbeteren.” Zij waren dus ook de personen die zich in april 2023 bij Abe meldden om een eerste training van in totaal vier dagdelen te ondergaan. Onderwerp van de trainingscyclus was procesmanagement in al zijn facetten. Processpecialist Abe geldt als veteraan op het gebied van het verzorgen van dergelijke trainingen in uiteenlopende sectoren. De zorg kent hij goed. “Ik snap hoe het er inhoudelijk aan toegaat.”

“De opgebouwde kennis wordt op deze manier geborgd in de organisatie.”

Na afronding van de trainingscyclus waren de drie procesverbeteraars onder begeleiding van Abe in staat om zelfstandig hun taak op te pakken. Regelmatig organiseerde hij coachingsessies voor de getrainde medewerkers. Op dat spreekuur konden ze terecht met al hun praktische vragen over het verbeteren van ondersteunende processen. “Het ging meestal niet om heel complexe processen”, blikt Abe terug, “maar wel cruciaal voor een goede zorgverlening. Denk aan een functionerend toegangssysteem met pasjes met de juiste autorisatie en het vervoer van zorgcliënten door professionals en vrijwilligers in voertuigen met verschillende contractvormen. Als dergelijke zaken niet goed zijn geregeld, loopt de zorg vast.”

Van problemen oplossen naar adviseren

De frequentie van Abes spreekuur nam gaandeweg af omdat de procesverbeteraars steeds zelfredzamer werden, stelde Brian op een gegeven moment vast. “Ze hadden het gewoon heel goed opgepikt en konden zich prima redden”, bevestigt Abe. Daarnaast constateerde hij een inhoudelijke verandering in de aanpak van de procesverbeteraars. “Hun inzet was aanvankelijk vooral gericht op het tevredenstellen van opdrachtgevers, maar na verloop van tijd wilden ze ook hun toegevoegde waarde laten zien.” Dat is ook Brians waarneming. “We maken de stap van het oplossen van problemen naar het actief adviseren over een efficiëntere aanpak. En we durven nu ook grotere processen aan te pakken, zoals het mutatieproces bij leegkomende kamers. Daarbij kunnen we flink besparen op zorguren en leegstand verminderen. We zijn ook bezig met het onboardingproces van zorgmedewerkers. Omdat daar een hele formulierenwinkel bij komt kijken, valt er volgens mij behoorlijk wat winst te behalen.”

De bij Cordaan gehanteerde werkwijze is een goed voorbeeld van ‘Voordoen, samen doen, zelf doen’.

De opgeleide procesverbeteraars toonden zich volgens Brian erg enthousiast over Abes aanpak. “Wat ik vooral terug hoorde was dat hij geen standaardverhaal afsteekt, maar de inhoud van zijn begeleiding aanpast aan wat er speelt in de organisatie. Ook van managers krijg ik te horen dat zij bijzonder zijn te spreken over de behaalde resultaten.” Abe weet trouwens precies hoe dat in de praktijk werkt: “Managers zijn van de inhoud. Ze denken niet in processen, maar in problemen. En problemen zijn er om opgelost te worden. Daar komen de procesverbeteraars in beeld. Zij snappen heel goed dat ieder probleem een voorgeschiedenis heeft en een na-effect. Op grond van die kennis zijn ze heel goed in staat om passende oplossingen aan te bieden.”

Twee extra procesverbeteraars

Dat is ook het management van Cordaan niet ontgaan, stelt Brian vast. “Het is veelzeggend dat we al binnen twee jaar toestemming hebben gekregen om twee extra procesverbeteraars aan te trekken. Daar was weinig discussie over en dat is in deze tijd in een zorgorganisatie in mijn ogen best bijzonder.” In het voorjaar van 2025 start Abe bij Cordaan met een nieuwe opleidingscyclus voor twee medewerkers. “Noem het een sneeuwbaleffect of olievlekwerking”, zegt hij er zelf over. “In ieder geval is het vliegwiel in beweging gezet met deze bottom-up aanpak.”

“Het was onze ambitie om op procesgebied grote stappen te zetten. Daarmee zijn we behoorlijk goed onderweg.”

De bij Cordaan gehanteerde werkwijze is volgens Abe een goed voorbeeld van een gevleugeld principe van De Processpecialisten: ‘Voordoen, samen doen, zelf doen’. “Groot voordeel ten opzichte van het opentrekken van een blik externe adviseurs, is dat de opgebouwde kennis op deze manier wordt geborgd in de organisatie.” Daar is Brian het van harte mee eens. Terugblikkend concludeert hij: “Het was onze ambitie om op procesgebied grote stappen te zetten. Onder andere door onze proceskennis te vergroten en een cyclus van continu verbeteren te realiseren. Daarmee zijn we echt goed onderweg.”

Missie geslaagd: gemeente Eindhoven mooi op tijd klaar voor Omgevingswet

Om zich goed voor te bereiden op de komst van de Omgevingswet besloot de gemeente Eindhoven zich professioneel te laten ondersteunen door Ellen Zwiers van De Processpecialisten. Dat bleek een gouden greep. “Ellen krijgt van mij het rapportcijfer 10.”

Eind 2021 maakte Processpecialist Ellen Zwiers in Eindhoven een begin met de inventarisatie van processen die werden geraakt door de Omgevingswet. Bedoeling was om aansluitend in 2022 een reeks processessies met de betrokken ambtenaren te organiseren. De wens om daarmee flink snelheid te gaan maken, werd echter enigszins de grond ingeboord. De afdeling Vergunningen was namelijk ook al buitengewoon druk met de implementatie van een nieuw zaaksysteem. Dat vroeg in 2022 nogal wat tijd en energie van medewerkers. Het duurde tot oktober van dat jaar tot er echt schot in de zaak kwam. Toen maakte Annemarie Kwaaitaal, van huis uit jurist en al meer dan 25 jaar werkzaam bij de gemeente Eindhoven, een interne transfer. Als afdelingshoofd Juridische zaken ging ze dezelfde functie uitoefenen bij de afdeling Vergunningen. 

Wat voor afdeling trof je aan?

Annemarie: “Er was sprake van achterstallig onderhoud op meerdere vlakken. Er waren meerdere ziektegevallen geweest, de afdelingsoverleggen waren gestaakt en er werd niet meer in opleidingen geïnvesteerd. Zo’n situatie is echt een kolfje naar mijn hand, want ik houd ervan om iets op te bouwen.”

In je nieuwe functie maakte je kennis met Ellen van De Processpecialisten.

“Ik kwam blanco binnen bij de afdeling Vergunningen en ik merkte dat alle actiepunten voor mij waren. Qua inhoud was ik nog niet zo goed thuis in de materie, dus heb ik de mogelijkheid aangegrepen om daar met Ellen over van gedachten te wisselen. Ze heeft me op die manier geholpen om de afdeling op de rit te zetten. Ellen is heel deskundig, wat ze zegt klopt altijd. Daarnaast was ons contact vanaf het eerste begin heel prettig.”

Ongetwijfeld ging het ook over de Omgevingswet.

“Ik ontdekte dat Ellen behoefte had aan iemand die tempo wilde maken met de Omgevingswet. Ze was in die periode een beetje aan het ploeteren. Veel actiepunten waren bijvoorbeeld blijven liggen. Ik kan me best voorstellen dat ze het gevoel had tegen de stroom in te roeien. Misschien had ze zelfs wel een hard hoofd in een goede afloop. Dus ik denk dat Ellen wel blij was met mijn komst naar de afdeling Vergunningen, want ik hou er ook van om flink door te pakken. We hadden meteen een goede match en bovendien een persoonlijke klik.” 

Zo konden jullie samen de kar gaan trekken. Er was immers genoeg te doen.

“Dat kun je wel stellen ja. We hadden ook onder de WABO niet alles helemaal lekker lopen. Wat dat betreft was er eerst een kwaliteitsverbetering nodig. Daarin heeft Ellen onze medewerkers stapsgewijs begeleid. Ze maakte inzichtelijk hoe de werkzaamheden werden verricht en dat verschilde van persoon tot persoon. Niet onlogisch, want als je vijftien casemanagers hebt die vanwege corona voor een groot deel op zichzelf waren aangewezen, dan krijg je vijftien verschillende manieren om het werk te doen. Allemaal goedbedoeld, maar niet bepaald uniform. Onder leiding van Ellen hebben we in deelgroepjes verbetervoorstellen uitgewerkt. Vanuit haar expertise heeft ze me ook geadviseerd welke voorstellen ik het beste kon overnemen. Want Ellen weet niet alleen alles van de Omgevingswet, maar ook van de Wet kwaliteitsborging. Je maakt haar niks wijs, ze stelt altijd de goede vragen.”

Hoe zagen haar processessies er uit?

“Aan de hand van zelfgemaakte procesplaten heeft Ellen alle processtromen met ons doorgenomen in de transitie van WABO naar Omgevingswet. Iedereen vond dat natuurlijk spannend, maar zoiets kun je met een gerust hart aan Ellen overlaten. Ze is sterk in het aanbrengen van structuur en ze is scherp; ze laat niets van tafel vallen. Ze neemt mensen echt bij de hand in de verandering. Afgelopen najaar heeft Ellen proces- en ketentesten georganiseerd. Bij die gelegenheid hebben we het proces nagespeeld om te kijken of alles klopte. Omdat we met het nieuwe zaaksysteem gingen werken, is Ellen nagegaan of alle stapjes goed in het systeem zaten.” 

Van alle markten thuis dus?

“We hebben haar leren kennen als een echte duizendpoot. De ketentesten die ik noemde organiseerde ze bijvoorbeeld in de vorm van workshops met stopcontacten, stekkers en snoeren. Uiteindelijk gaat er dan een lampje branden als het proces goed is ingeregeld. De Processpecialisten hebben ook een Omgevingswetspel, een soort kwartet. Echt ontzettend leuk om eens op een andere manier met de materie om te gaan. Ellen ziet altijd precies wat er nodig is om een resultaat te boeken.”

“Ellen weet niet alleen alles van de Omgevingswet, maar ook van de Wet kwaliteitsborging”

Ben je tevreden met het eindresultaat?

“Laat ik beginnen met op te merken dat het jaar uitstel van de Omgevingswet ons niet bepaald ongelegen kwam. Dat heeft eraan bijgedragen dat onze missie uiteindelijk is geslaagd: al onze mensen waren eind 2023 volledig voorbereid op de Omgevingswet. Niet alleen de medewerkers van de afdeling Vergunningen, maar ook van de afdeling Intake en de afdeling Milieu Bouw en Woningtoezicht. Dus eigenlijk heeft Ellen de hele keten van onze nieuw gevormde sector Intake Vergunningen Toezicht & Handhaving met raad en daad bijgestaan. Sinds maart 2024 geef ik trouwens leiding aan die sector. Heerlijk vind ik dat, kan ik weer lekker gaan bouwen.”

En hoe beoordeel je de inzet van Ellen?

“Haar leidinggevende vroeg me naar verbeterpunten voor Ellen. Maar ik kon echt helemaal niets bedenken, want ik ben supertevreden. Ellen heeft hart voor haar werk en de mensen met wie ze werkt. Ze werkt keihard, maar loopt zichzelf niet voorbij. En ik vind: als iets heel goed verlopen is, mag dat gerust gezegd worden. Dus Ellen krijgt van mij het rapportcijfer 10. Ik prijs me trouwens gelukkig dat we nog steeds van haar expertise mogen profiteren, onder andere bij het inrichten van processen voor de nieuwe afdeling Intake. Bovendien is het monitoren van doorlooptijden voor ons nu een issue. Ellen heeft ons in dat verband geadviseerd een procesverbeterteam in te richten. Ze helpt ons daarmee heel goed op weg.”

Een persoonlijke klantreis in zorgland

Vincent Damen en Jeroen Stam zijn partners bij De Processpecialisten. Met enige regelmaat wisselen ze van gedachten over uiteenlopende onderwerpen. In deze aflevering gaat het over de persoonlijke klantreis van Jeroen.

Vincent: “Ha Jeroen. Goed om te zien dat je weer mobiel bent na je enkeloperatie!”

Jeroen: “Ja, dank je. Het gaat langzaamaan beter, maar het was wel een hele bevalling hoor. Je wilt niet weten wat ik allemaal heb moeten doorstaan.”

Vincent: “Dat wil ik juist wel weten! Nu we met De Processpecialisten steeds vaker aan de slag gaan bij zorgorganisaties, ben ik heel benieuwd naar jouw persoonlijke klantreis in zorgland.”

Jeroen: “Heb je even? Het was een aaneenschakeling van misverstand, onbegrip, desinteresse en miscommunicatie.”

Vincent: “Hè, hoe kan dat nou? Je was toch doorverwezen naar zo’n gespecialiseerde kliniek?”

Jeroen: “Inderdaad, omdat de reguliere ziekenhuiszorg volgens de fysiotherapeut in mijn specifieke geval kwalitatief ontoereikend zou zijn.”

Vincent: “Dat verhaal hoor ik wel vaker, maar volgens mij klopt dat lang niet altijd.”

Jeroen: “Het hele traject begon allemaal nog redelijk soepel met een arts die in een tijdsbestek van drie minuten het probleem aan mijn enkel bevestigde, een operatie aankondigde en dat daarvoor een MRI gemaakt moest worden.”

Vincent: “Een extreem efficiënte intake, zou je kunnen zeggen. Ging het er in het vervolgtraject ook zo aan toe?”

Jeroen: “Was dat maar waar. Ik moest voortdurend overal zelf achteraan bellen. Over de MRI, over medicatie, over medische hulpmiddelen. En het meest verbazingwekkende was wel dat ik bij elk telefoontje moest uitleggen wie ik was en waarom ik belde. Alsof ze helemaal geen dossier van mij hadden.”

Vincent: “Wat raar. Maar de operatie is alles bij elkaar toch wel goed verlopen?”

Jeroen: “Daar heb ik zelf na de ingreep ook direct naar geïnformeerd, maar daar kwam eigenlijk geen duidelijk antwoord op. Men had vooral de focus op praktische dingen die moesten gebeuren, zoals een nieuwe röntgenfoto en gips.” 

Vincent: “Je zou toch denken dat een arts de moeite neemt om je bij te praten over de operatie en de gevolgen die dat voor je herstel heeft.”

Jeroen: “Zeker omdat ze hun eigen zorgaanbod betitelen als ‘persoonlijk’ en ‘dichtbij’. In de praktijk maakten ze dat allesbehalve waar, het was vaak onpersoonlijk en kil.”

Vincent: “Ik kan me goed voorstellen dat je een klacht hebt ingediend.”

Jeroen: “Ik wilde het liever wat constructiever aanpakken. Dus ik heb mijn ervaringen uitgewerkt in een klantreis en bij de landelijke directie van de kliniek kenbaar gemaakt dat ik daarover een gesprek wilde hebben.”

Vincent: “Stonden ze daarvoor open?”

Jeroen: “Ik denk het niet, want ondanks het versturen van enkele reminders heb ik nooit een fatsoenlijk antwoord gekregen.”

Vincent: “Heb je het wel aangekaart bij medewerkers van de instelling?”

Jeroen: “Ik heb erover gesproken met een arts en een gipsmeester. Die liepen allebei leeg over de in hun ogen beroerde organisatie van het zorgaanbod.”

Vincent: “Was dit misschien een kliniek die was overgenomen? Je ziet het wel vaker: dat een zorginstelling in handen van investeerders komt en het rendementsdenken zijn intrede doet. Dan is de zorg niet zelden het kind van de rekening.”

Jeroen: “Ik weet niet of dat daar speelde. Wat ik persoonlijk ervaren heb is dat medisch specialisten en ondersteuning in deze kliniek vooral gericht zijn op hun eigen specialisme en eigenlijk niemand het grotere geheel in de gaten houdt.”

Vincent: “Het zal ook wel te maken hebben met de bekostigingssystematiek en de bureaucratie.” 

Jeroen: “Wat de oorzaak ook is: het is heel wonderlijk dat het systeem een positieve ervaring voor mij als patiënt frustreert. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat alle mensen in de door mij bezochte kliniek heel toegewijd hun werk doen.”

Vincent: “De kunst is om zo’n slecht werkend systeem te doorbreken. Mijn idee zou zijn: klein beginnen met innovatieve projecten in de vorm van een pilot of een proeftuin. Zorg daarbij wel voor focus en opvolging, anders heeft het geen zin.”
Jeroen: “Start bijvoorbeeld met een concreet verbeterpunt, boek daarmee succes en agendeer die aanpak vervolgens organisatiebreed. Regel wel dat er voldoende tijd is voor medewerkers om te participeren in verbeterinitiatieven.”

Vincent: “Maar het begint natuurlijk allemaal met de bereidheid bij zorginstellingen om de feedback van cliënten en patiënten serieus te nemen. Het in beeld brengen van klantreizen is daarvoor een ontzettend bruikbaar instrument. Jij hebt dat in ieder geval heel goed begrepen.”

Van knelpunten naar verbetermaatregelen – Gemeente Stichtse Vecht maakt werk van procesoptimalisatie

De gemeente Stichtse Vecht wist in recordtijd het project ‘Proces Bestuurlijke Besluitvorming’ af te ronden. Met hulp van De Processpecialisten werden processen beschreven en verbetermaatregelen geïdentificeerd. “Ze hebben ons met hun innovatieve werkwijze bij de hand genomen op weg naar een kwalitatief goed eindresultaat.”

Sharief Gulzar werkt als Strateeg Bestuur bij de gemeente Stichtse Vecht. Hij fungeerde als leider van het project Bestuurlijke Besluitvorming en trok daarin nauw op met collega Margreet van de Bilt, ook Strateeg Bestuur bij de gemeente. Namens De Processpecialisten boden Vincent Damen en Kirsten Bot ondersteuning bij de uitvoering van het project. Aanleiding daarvoor was het feit dat de kwaliteit van stukken bestemd voor raad en college te wensen overliet. Dat vonden niet alleen de betrokken bestuursorganen, maar ook de ambtelijke top. 

“Omdat de processen rond Bestuurlijke Besluitvorming niet waren vastgelegd, hanteerden de verschillende gemeentelijke domeinen ieder hun eigen werkwijze”, legt Sharief uit. Bovendien had de gemeente te maken met een forse aanwas van nieuwe medewerkers. Een deel van de nieuwelingen had weliswaar affiniteit met de publieke zaak, maar bracht geen gemeentelijke ervaring mee. Sharief: “Natuurlijk is het heel goed om frisse inzichten in de organisatie te verwelkomen. Maar dat legt ons wel de verplichting op om hen ambtelijk vakmanschap bij te brengen, onder andere ten aanzien van het voorbereiden van college- en raadsvoorstellen. Op dat gebied had ruwweg de helft van de 450 medewerkers van onze gemeente trouwens al een training ‘Opstellen college- en raadsvoorstellen’ gevolgd. Naast de inhoud is het proces van belang voor de kwaliteit van bestuurlijke stukken.” 

Lastige materie

De Processpecialisten kwamen vervolgens in beeld om te helpen bestaande processen in kaart te brengen en verbetermaatregelen te identificeren. Hoewel Stichtse Vecht in het verleden al eens eerder met De Processpecialisten had gewerkt, werd het beslissende zetje voor hernieuwde samenwerking gegeven door de nieuw aangetreden gemeentesecretaris. Zijn positieve ervaring gaf de doorslag om De Processpecialisten via een onderhandse aanbesteding aan het werk te zetten. “Wat daarin tevens een rol speelde”, blikt Sharief terug, “was dat De Processpecialisten zich bereid toonden om mee te gaan in het door ons uitgestippelde, zeer ambitieuze tijdpad. Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor. Want ze hadden ook kunnen zeggen: dat gaat ons veel te snel. Uiteindelijk wisten ze de klus in een tijdsbestek van drie maanden te klaren, ze hebben het helemaal waargemaakt.” 

“De Processpecialisten hebben zich bereid getoond om mee te gaan in het door ons uitgestippelde, zeer ambitieuze tijdpad. Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor”

Net als veel andere gemeenten beschikte Stichtse Vecht niet over een actuele beschrijving van de processen rond Bestuurlijke Besluitvorming in zijn volledige omvang. Kennis daarvan was versnipperd aanwezig in de organisatie. “De Processpecialisten hebben deze processen voor onze gemeente van het begin tot het eind in kaart gebracht”, zegt Sharief. “Die samenwerking voelde volgens mij van beide kanten heel goed. Kirsten en Vincent hebben ons als organisatie bij de hand genomen om de processen in beeld te brengen. Knap werk, want zelfs voor ervaren collega’s is dit lastige materie.” 

Ruimte voor verbetering

In de reeks knelpunten die aan het licht kwamen, was het voor Sharief een eyeopener dat afgesproken principes in de praktijk niet altijd werden nagekomen. “Intern hebben we de afspraak dat de opsteller van een stuk voor college of raad daarvoor als eigenaar verantwoordelijk is. De opsteller is ook als enige bevoegd om aanpassingen in het stuk door te voeren. In de praktijk bleek dat ook andere collega’s wijzigingen aanbrachten, omdat bijvoorbeeld formuleringen niet altijd klopten.”

Dat er ruimte was voor verbetering maakte een uitgevoerde nulmeting duidelijk. Daaruit bleek dat slechts 43% van de aan het college van B&W gerichte voorstellen probleemloos de kwaliteitstoets van controller en gemeentesecretaris passeerde. “Dit percentage was te laag en moest fors omhoog”, aldus Sharief. “Stichtse Vecht legt de lat hoog. We hebben de ambitie uitgesproken dat in december 2024 80% van de ingediende collegevoorstellen op goedkeuring van de gemeentesecretaris moet kunnen rekenen. Eén van de verbetervoorstellen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit al aan de voorkant flink omhoog gaat, is een extra kwaliteitstoets in de domeinen.” 

“We hebben de ambitie uitgesproken dat in december 2024 80% van de ingediende collegevoorstellen op goedkeuring van de gemeentesecretaris moet kunnen rekenen”

Bij het in kaart brengen van de bestaande processen en het formuleren van de gewenste situatie van Bestuurlijke Besluitvorming waren alle relevante interne stakeholders betrokken, ook het college van B&W. Zowel de gemeentesecretaris als het college hebben zich volgens Sharief tevreden getoond over het bereikte resultaat. Dat geldt zeker ook voor hemzelf, die vooral Kirsten lof toezwaait. “Zij heeft een belangrijk deel van het werk voor haar rekening genomen. Ze heeft ons positief verrast met haar inzet en kennis.”

Creatief simulatiespel

Zeer te spreken is Sharief ook over de verschillende interactieve sessies die De Processpecialisten organiseerden. “Ze wisten ons telkens weer te verrassen met vernieuwende werkvormen. Bij het in kaart brengen van de bestaande uitgangssituatie kozen ze bijvoorbeeld voor een creatief simulatiespel waarin alle deelnemers werden geconfronteerd met hun eigen rol. Ze werden op die manier nadrukkelijk aan het denken gezet, wat meerdere knelpunten aan het licht bracht.” Die knelpunten zijn vervolgens vertaald naar actiepunten en verbetermaatregelen. Het betrokken simulatiespel, de Bestuurlijke Besluitvorming Puzzel blijft de gemeente Stichtse Vecht ook in de toekomst gebruiken om nieuwe medewerkers wegwijs te maken in de organisatie.

“De Processpecialisten wisten ons telkens weer te verrassen met vernieuwende werkvormen”

De Processpecialisten hebben hun werkzaamheden eind januari 2024 afgerond. De implementatie van verbetermaatregelen neemt de gemeente zelf op zich. Sharief verwacht dit nog voor het zomerreces af te ronden. De samenwerking met De Processpecialisten is afgesloten met een gezamenlijke lunch. “Bij die gelegenheid hebben we het bereikte resultaat met elkaar gevierd”, aldus Sharief. “Op ons verzoek hebben De Processpecialisten ook nog een advies voor een verkorte procedure Omgevingswet opgesteld. Ze hebben uitgebreide kennis op dat gebied in huis en dat heeft me blij verrast.” Sharief heeft dan ook weinig moeite om de werkwijze van De Processpecialisten kort en bondig samen te vatten. “Ik zou zeggen dat ze ons met hun innovatie werkwijze bij de hand hebben genomen op weg naar een kwalitatief goed eindresultaat.”