De gemeente Hilversum wil statushouders beter ondersteunen. Als eerste stap in dit traject is gevraagd naar de ervaringen en wensen van de statushouders zelf. Hun advies: maak meer gebruik van culturele factoren.
Ervaringen van statushouders uit verschillende landen van herkomst hebben veel overeenkomsten, maar ook opvallende verschillen. Op dit moment komt de grootste instroom uit Syrië en Eritrea. Om de ondersteuning in de toekomst beter te laten aansluiten bij de behoeften van de klant, zijn de ervaringen van statushouders uit beide landen in beeld gebracht. Stap voor stap, vanaf het moment van aankomst in het AZC tot het moment dat er sprake zou moeten zijn van ‘participatie’: zelfstandig functioneren, economisch en sociaal.
Overeenkomsten tussen statushouders zijn bijvoorbeeld de onzekerheid over wat zij van de gemeente kunnen verwachten, frustratie over het moeten wachten met werk of studie en de ervaring dat de geboden ondersteuning niet altijd aansluit bij wat er nodig is en past. Opvallend verschil tussen statushouders uit de verschillende landen is dat de ene groep ondernemend en assertief gedrag laat zien, terwijl de andere groep zich afwachtender opstelt. Oproep van de statushouders aan de organisaties is dan ook, om meer in te spelen op zulke cultureel bepaalde factoren.
Het college van de gemeente Hilversum heeft opdracht gegeven om meer statushouders sneller economisch en sociaal zelfstandig te maken. De gesprekken met statushouders waren de eerste stap. In een volgend artikel stap 2: het organiseren van de keten, van AZC tot taalschool.
Meer weten? Lees de publicatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de aanpak van de gemeente Hilversum of neem contact op met Jeroen Stam, 06 13 30 18 39.